Drie Griekse wijzen toefden op een dak
Drie Griekse wijzen toefden op een dak
En zagen uit over een wijde haven,
Daar brachten schepen veler landen gaven,
Het blauw des hemels en der zee was strak.
Gewoon op verre hoogten zich te laven
Zagen die wijzen de aarde kaal en vlak
En voelden zij geen achting voor de braven,
In wie de wens te sterven nimmer stak.
Hun zomer is allengs tot herfst gerijpt,
Nu zijn zij heel de last des levens zat,
Geen doodsvrees, die zovele harten nijpt.
Toen doodde met een dolk zich een dier wijzen,
O slechte leerling, die de weg vergat,
Die Sokrates niet moede werd te wijzen.
Rijmproeven(1937)
Schrijver: Reinier van Genderen StortInzender: Redactie, 5 juni 2021
Geplaatst in de categorie: filosofie