De gast
Als gij mij ééns slechts kon vertrouwen,
En Uwe vleuglen saam wou vouwen,
Om aan mijn dis, bij fruit en wijn,
Mijn gast te zijn,
Dan zou mijn huis geheiligd wezen,
En na Uw heengaan zou ik lezen
In ieder ding, als in een boek,
Van Uw bezoek.
Hier rustten zijn handen, zou ik weten,
Wanneer ik, aan mijn maal gezeten,
Het linnen witter blinken zag
Dan alle dag.
Daar vonden toen zijn ogen vreugde,
Zo zou ik mijmren, als 't mij heugde,
Hoe het geringst wat ik bezat
Uw aandacht had.
Ja, alles zou veel schoner schijnen,
En voortaan was het dierbaar mijne
Niet meer de lust van één alleen,
Maar elk gemeen,
Als gij mij ééns slechts kon vertrouwen,
En Uwe vleuglen saam wou vouwen,
Om aan mijn dis, bij fruit en wijn
Te gast te zijn.
Opvluchten(1922)
Schrijver: Aart van der LeeuwInzender: Redactie, 19 februari 2023
Geplaatst in de categorie: vriendschap