De speleman
's Avonds op de markt en in de
zoelte, met 'n volle kan
gerstebier, bezijds z'n voeten,
zat 'n vreemde speleman.
En hij vlocht z'n vlugge vingers
door het spannig snarenspel,
dat z'n gulden harpe bromde,
lijk 'n zware kerkebel.
Lustig zong hij, en z'n kele
zwolg en zwol in 't groen gestraal
van de volle mane, lijk de
gorgel van 'n nachtegaal.
Rond hem, op de lippen van de
mensen, speelde 'n blij gelach,
en de jongens klepten hun san-
dalen mee, op mateslag.
't Lied was ten einde, en z'n harpe
trilde stervend uit en zweeg.
Dorstig greep hij naar de kan en,
smekkend trage, dronk ze leeg.
----------------------------------
uit: Van over Ouds (1905)
Inzender: Redactie, 16 september 2023
Geplaatst in de categorie: maatschappij