Bij 't venster
Het windje, zoel van bloemengeuren, streek
Mij langs de warme wangen, zwaar en loom,
De bijen gonsden om de lindeboom,
Vlak bij mijn open venster, en ik keek
Doelloos naar buiten, waar ik bij de heg
Aan de andere zijde van de eikenlaan,
Je moeder langzaam langs haar bloemen gaan,
En toeven zag en uitzien langs de weg.
En, toen je kwam, en, toen je naast elkaar
Naar binnen ging, en zij, de slanke vrouw,
Het hoofd omhoog hief - o, ik wist, hoe blauw
Die ogen blonken onder 't grijze haar -;
Toen dacht ik, hoe ik ook wel graag tot jou
Eens zó had willen opzien - even maar.
Onze Eeuw jaargang 10 (1910)
Schrijver: Jacqueline van der WaalsInzender: adm, 27 mei 2013
Geplaatst in de categorie: ouders