inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1689-1733

poëzie (nr. 3.609):

AKKERLEVEN

aan de here mr. KORNELIS 's GRAVEZANDE, rechtsgeleerde.

Hoe genoeglijk rolt het leven
Des geruste Landmans heen,
Die zijn zalig lot, hoe kleen,
Om geen koningskroon zou geven!

Lage rust braveert de lof
Van het hoogste koningshof.
Als een boer zijn hijgende ossen
't Glimmend kouter door de klont
Van zijn erfelijke grond,

In de luwt' der hoge bossen,
Voort ziet trekken, of zijn graan
't Vet der klei met goud belaên;
Of zijn gladde mellekkoeien,
Even lustig, even blij

Onder 't grazen, van ter zij,
In een bochtig dal hoort loeien:
Toon mij dan, o arme stad,
Zulk een wellust, zulk een schat.

Welige akkers, groene bomen,
Malse weiden, dartel vee,
Nieuwe boter, zoete meê,
Klare bronnen, koele stromen,
Frisse luchten: overvloed
Maakt het buitenleven zoet.

Laat een koopman koopmanswaren,
Huis en hof en kas en goud
Wagen op het schuimend zout
Waar de witte zeilen varen,
Varen, maar met groot gevaar:
Veemans rijkdom blijft vandaar.

Laat de drukke pleitzaal woelen,
Menige vrezen dat de schaal
Van de vierschaar rijze of daal'
Voor de strenge rechterstoelen;

Veeman houdt zich bij zijn vee,
En daar blijft zijn zorreg mee.
Zaaien, planten en verzetten
Geeft hem werk, hij vist en jaagt.
Dikwijls valt hem, eer het daagt
Vliegend wild in loze netten.

Dikwijls voert hij met zijn raên
Grazig zuivel steewaarts aan.
Appels enten, peren plukken,
Maaien, hooien, schuur en tas
Stapelen vol veldgewas,
Schapen scheren, uiers drukken;
Zeven kinders en een wijf
Zijn zijn daaglijks tijdverdrijf.

Vork en riek en schop en spade
Zetten zijne lusten pal,
't Zij de welgemeste stal,
't Zij de boomgaard hem verzade,
't Zij de kruidben (?) niet te loom
Op zijn lage tafel koom'.

Als de lente 't land beschildert,
Als de zomer zweet en gloeit,
Ploegt en spit hij onvermoeid.
Als de winter 't woud verwildert
Houdt hij de berookte haard
Met zijn vrienden, rond van aard.

't Herfstseizoen, vooral te danken,
Snijdt hem druiven, perst hem most,
Most die slechts wat moeite kost:
Hemelwaarde wingerddranken
Vullen dan met wijn zijn ton.

Onlangs schutten ze ook de zon;
Want des zomers, na veel zwieren,
Neemt hij, om zich goed te doen
Onder 't loof een slaapje in 't groen,
Waar de vogels tierelieren,
Daar een levendige vliet
Van de steile rotsen schiet.

Els, zijn liefste door het trouwen,
Wiegt met zang hem waar hij slaapt,
Schoon ze vrij al wijder gaapt
Dan de hoofse staatjonkvrouwen;
En hij kust er Elsje voor.
Zo brengt Melker 't leven door.

Zeg mij nu, o 's Gravezande,
Die, behalve meer, ook weet
Hoe een boer zijn tijd besteedt;
Toon me, o Recht-licht in den lande,
(Zo zij u mijn zang gewijd)
Wie zijn leven beter slijt!

Schrijver: Hubert Poot
Inzender: Redactie, 1 mei 2019


Geplaatst in de categorie: werk

3.0 met 17 stemmen aantal keer bekeken 3.034

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)