inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1814 - 1903

poëzie (nr. 3.441):

Lente

Had ik uw adem, Nachtegalen!
Uw zilvertoon,
Langs alle heuvlen, alle dalen,
Zou ik uw smeltend lied herhalen,
Zo vol, zo schoon!

Ik prees die God in mijn gezangen,
Die veld en woud
Weer 't groene kleed heeft omgehangen
Na zoveel maanden van verlangen
Zo blijde aanschouwd.

Ik zou die grote Schepper loven,
Die, ongezien,
Zijn troon gevestigd heeft daar boven,
En wie de bloempjes onzer hoven
Hunne offers biên.

Mijn zangtoon zou des morgens stijgen,
En 's avonds laat.
Met u, zoude ik des nachts niet zwijgen,
Daar 't maantje, glurend door de twijgen
Ons gadeslaat,

En ’t oog dat nimmer wordt gesloten
Dat alles ziet,
De kleine zanger en de grote,
Wier lofgezangen samenvloten,
In gunst bespiedt.

Mijn lied zou vrome zielen treffen,
Daar ’t woorden gaf
Aan wat zij kennen en beseffen,
En logge geesten opwaart heffen
Uit stof en draf.

Ik ware een priester in die tempel,
Die thans alom
Van liefde en almacht toont de stempel —
Nu zink ik zwijgende op de drempel
Van ’t heiligdom.

Dichtwerken III (1876)

Schrijver: Nicolaas Beets
Inzender: Sienie, 25 mei 2018


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

4.0 met 15 stemmen aantal keer bekeken 3.943

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)