Aanvechtinge
Ik heb om u genaad' o grote God, gebeden,
Maar och! gij hebt ze mij in mijne druk ontzeid.
Ik heb geroepen om uw milde goedigheid,
Maar heb ze niet gevoeld in mijn ellendigheden.
Ik heb om uw liefd' geworsteld en gestreden
Maar hebbe tevergeefs daar lange naar gebeid*.
Ick hebbe dik* gezocht uw mede-dogendheid,
Maar en verneem ze niet tot op de dag van heden.
Hoe licht* kost* uw gena bekeren mijn gemoed.
Uw liefd' en goedigheid mij trekken tot het goed'.
Uw mede-dogendheid van 't kwade mij bevrijden.
Helaas! wat zeg ik Heer! dewijl mijn herte tracht
Naar uwe zoetigheid*, zo heeft daar in gewracht*
Uw goedheid, uw gena, uw liefd', uw medelijden.
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
gewacht
dikwijls
makkelijk
zou kunnen
gelukzaligheid
gewerkt
Over-Ysselsche Sangen en Dichten (1630)
Schrijver: Jacobus ReviusInzender: KvG, 29 april 2004
Geplaatst in de categorie: religie