AFVAL
Wat afvalt van de hoge God,
Moet vallen.
Een zelfde schuld: een zelfde lot
Voor allen.
’t Gezin, ’t geslacht, het volk, de staat,
De kleinen en de groten:
Verlaten wordt wat God verlaat,
Wat God verstoot, verstoten.
Wel hoort men daaglijks stem op stem
Weerklinken:
„Geen nood! wij redden ’t zonder Hem!”
Maar die het zeggen — zinken.
--------------------------------------
uit: Gedichten, deel 4 (1905)
Inzender: Redactie (H), 26 juni 2025
Geplaatst in de categorie: religie
Ik zou graag hier meer over willen weten!