HET LIJK
Mijn lieve kinders, schrik toch niet,
Wanneer gij dode mensen ziet;
Zoudt gij voor lijken beven?
Kom hier: dees bleke koude man,
Die voelen, zien, noch horen kan,
Houdt nu niet op te leven.
Hij denkt en werkt – ja meer dan gij;
Maar met geen lichaam zo als wij.
De ziel is weg van d' aarde.
Die God, die hij hier heeft gevreesd,
Is bij hem in zijn dood geweest;
En houdt dit lijk in waarde.
Al is de ziel van ’t lichaam af,
Al daalt het lijk in ’t donker graf,
Dat moet u niet doen ijzen.
Geloof het toch, de goede God
Zal zelfs dit lelijk overschot
Veel schoner doen verrijzen.
Ach, lieve kinders! zeg dan niet;
Wat is dat sterven een verdriet!
Mocht ik maar altoos leven!
Wanneer ge God bemint en dient,
Dan voert de dood u, als een vriend,
In ’t eeuwig zalig leven.
En komt dan eens de jongste dag,
Dan zal het lichaam, dat daar lag,
Zich levend weer vertonen.
Dan voeren de Engelen van beneên
U zingend naar de Hemel heên,
Om eeuwig daar te wonen.
Mijn lieve kinders schrik dan niet,
Wanneer gij dode menschen ziet;
Zoudt gij voor lijken beven?
Zegt liever vrolijk – deze man,
Die hier niet zien of horen kan,
Mag in de hemel leven.
Kleine gedichten voor kinderen
Schrijver: Hieronymus van AlphenInzender: Redactie, 20 mei 2023
Geplaatst in de categorie: overlijden