Het vogelke
Hoe is het mooglijk dan
Dat men u vangen kan
Vogel, gij licht van pluim.
Vliegend door het ruim;
Die langs de loverhang,
Nachten en dagen lang,
Ons stemt tot goede luim
Door klank en zang.
Gij zit thans in de kooi
Treurig, niet half zo mooi
Als toen ge door het bos
Vloog blij en los;
Spreken dat kunt gij niet,
Maar wen ge uit ’t kooitje ziet
’t Lover, het groene mos,
Voelt ge verdriet.
Was ik een vogelkijn,
‘k Wou steeds in vrijheid zijn.
Gauw, dierke lief, vlieg voort
Naar schoner oord.
Ha, ge zijn weder vrij!
Ha, wordt gij weder blij,
Zingt gij uw zoet akkoord,
Denk dan aan mij.
De Waarheid in het leven (1863 - 1878)
Schrijver: Emanuel HielInzender: Redactie, 27 juni 2013
Geplaatst in de categorie: vrijheid