WINTER
Grauwer dan bij 't woeste weêr,
Troostloos hangt de hemel neêr,
Grimmig zonder stormen;
Aarde! ééns blijde en grootsch,
Hoe ontdaan en doodsch
Huiv'ren thans uw vormen...
Wees gerust. In vlokkendans
Lichtend uit al valer trans,
Koomt om de arme leden
Blankheids warlend waas,
Blankheids sluiergaas,
Blankheids kleed gegleden.
Uitgesneeuwd en uitgezucht,
Spiegelt zich de blauwe lucht
Zonnig in uw stroomen;
Aarde! als laatste schat
Blinkt uw levend nat
Tusschen donzen zoomen.
Grijsheid voert ge ons voor den geest:
Bloei en stormweêr zij geweest,
Nog geniet zij 't leven;
Tusschen 't sneeuwwit haar
Blinkt haar oogenpaar -
Straks, als 't Nat, versteven!
Inzender: Han Messie (H), 14 januari 2024
Geplaatst in de categorie: jaargetijden