Gij wast aan mij gelijk de winde
Gij wast aan mij gelijk de winde
 die wentelt om een koren-aar;
 dra zal ik aan mijn wang bevinden
 de zoete streling van uw haar.
 
Dra zult gij 't glanzend voorhoofd beuren
 tot waar mijn slapen komm'rend staan:
 zo ziet men, wild, een winde geuren
 naast 't wegend rijpen van het graan.
 
o, 'k Ben geen sterke; moe-gedragen,
 verzwaart vaak de angst mijn levens-last;
 maar 't is mij waar 'k uw wasdom schrage,
 of blijde een échte steun me omwast.
 
Zo reikt de liefde, o mijn beminde,
 verrijkt me uw liefde in vreze en vaar,
 - gelijk een geur'ge wentel-winde
 die sterkt en loont haar koren-aar.
Liederen voor een kind (1911-1912)
Schrijver: Karel van de WoestijneInzender: Redactie, 28 december 2017
Geplaatst in de categorie: liefde

 Geef je reactie op deze inzending:
Geef je reactie op deze inzending: