inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1868 - 1922

poëzie (nr. 5.085):

Spel?

'Zo komt er nooit een eind aan 't geven:
Ik geef - maar wat ik geef, blijft mijn...'

Boutens


Of ooit mijn ziel heeft liefgehad?
Wie zegt, wat liefde is?
Maar ik droeg lang een gouden schat
Van liefde - of ik en weet niet wat -
In ziels geheimenis.

Ik heb, gelijk een gierigaard,
Mijn schatten opgetast,
Ik heb gewoekerd en gespaard,
En 't goud, dat nieuwe rijkdom baart,
Het werd me een gouden last.

Soms heb ik in één uur, één kort,
Kort uur mjin ganse goed
Verkwist en alles onverkort
En zonder dingen uitgestort
Uit 's harten overvloed.

Voor mensen soms en soms voor God,
Soms voor een droom, een waan, -
Soms in de gulheid van mijn bod
Heb ik mijn ziel, mij zelve er tot
Een toegift bij gedaan.

Maar dan, wanneer ik binnentrad
En 'k opende mijn schrijn,
Daar lag, nog ongerept, de schat,
Die ik vol vreugd verloren had,
Al, wat ik gaf, bleef mijn.

Wat baat mijn liefde God of vrind,
Zo in mijn eigen cel
Ik d'eigen gaven weder vind?
Ik voel mij doelloos als een kind,
Dat speelde een doelloos spel.

-----------------------------
uit: Iris (1928)

Schrijver: Jacqueline van der Waals
Inzender: Redactie, 10 september 2023


Geplaatst in de categorie: liefde

3.0 met 7 stemmen aantal keer bekeken 3.164

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)