inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1862 - 1920

poëzie (nr. 1.762):

De zon

De zon speelt door het loof der vorstelijke dreven,
die kruisen, heinde en verre, om 't vorstelijk kanteel;
de zon valt blinkend neer op toren en kanteel;
de zon doet levend goud op de oude kruinen beven.

De zon is overal. - Om 't wislend veldtafreel
verbreidt ze een waaiend waas, uit zijde en licht geweven:
zij trilt in elk gezang; zij leeft in alle leven
en leeft in ieder deeltje en leeft er toch geheel.

0 zon, laat mij nog eens in al uw luister baden ;
doordring mij gans, dring door in 't diepste mijner ziel,
die brandend naar u haakte en toch in nacht verviel.

0 laat me, u volgend langs de nooit-betreden paden,
waarheen zo menig streefde en geen u volgen kon,
verteren in de gloed der goddelijke zon.

Schrijver: Prosper van Langendonck
Inzender: adm, 2 september 2011


Geplaatst in de categorie: natuur

3.0 met 4 stemmen aantal keer bekeken 818

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)