inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1836 - 1923

poëzie (nr. 1.968):

Geboortegrond

In 't zuiden heerst een eeuwge lent,
En aarde en hemel lacht.
In 't hoge Noorden nijpt de kou,
Daar ligt de sneeuw, daar is de rouw,
De schemering en de nacht

Waarom bewoont de Noorderman
Die streek der duisternis?
Omdat hij dáar zich wel bevindt
Omdat de mens het plekje mint,
Waar hij geboren is.

Hij vraagt geen-rozen aan de Mei,
Geen vruchten aan de herfst.
Hij mint zijn groen fluwelen mos,
Hij jaagt de ijsbeer en de vos,
Die in de vlakten zwerft.

En keert hij weer door mist en sneeuw,
Van jacht of kleine reis,
Dan haakt zijn hart, vol ongeduld,
Ook naar zijn hut met rook vervuld,
Als naar een lustpaleis.

Hij ziet toch, als de bleke dag
Voor 't lange duister zwicht,
De sterren aan de hemel staan,
Hij heeft het licht der klare maan,
En 't rode noorderlicht.

Waar ook de mens zijn woning vest,
Gaan lief en leed gepaard :
De vreugdestralen van 't gemoed,
Zij zijn de ware zonnegloed,
In elke streek der aard.

Gedichten van Rosalie en Virginie Loveling (1877)

Schrijver: Virginie Loveling
Inzender: adm, 17 september 2012


Geplaatst in de categorie: woonoord

3.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 1.050

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)