Het zieke kind
Mijn hoofdje! ach! het doet zo zeer!
Het schijnt vaneen gespleten;
Geen hobbelpaard vermaakt mij meer;
En schoon men vraagt, wat ik begeer,
Ik walg van lekker eten.
Al ligt geen kind zo zacht als ik,
De rust is mij benomen.
En slaap ik eens één ogenblik,
Dan worde ik wakker met een schrik
Door 't akelige dromen.
Nu worde ik eerst, door 't geen ik mis,
Tot dankbaarheid gedreven:
Nu voel ik, maar met droefenis,
Hoe veel men Gode schuldig is,
Als men gezond mag leven.
Maar o! die God is altoos goed;
Ik wil nu dankbaar wezen:
En schoon ik pijnen lijden moet,
Geduldig zeggen: God is goed:
Hij kan mij weer genezen.
Kleine gedichten voor kinderen (1778)
Schrijver: Hieronymus van AlphenInzender: Redactie, 18 juni 2020
Geplaatst in de categorie: ziekte