DE DIENAAR
Zo ben ik dan de dienaar van mijn tijd geworden,
Ik, die mijn eigen dienaar was; -
Zo zwelt en slinkt de man bij ’t wentlen in twee oorden
Om de aarde en om haar eigen as.
Tezelfdertijd om bei. Ook ik, al mocht het schijnen,
Dat ik slechts om mij zelf bewoog, -
Al trek ik schijnbaar om mijn tijd alleen de lijnen
Van een nooit af te wenden boog.
Ook ik draaide in mijn jeugd en wend me nu gedurig
Om beide: om ’t Zelf en om mijn Tijd: -
Ik ben noch slaaf, noch vrij, en geensdeels wispelturig
Maar twee en een in werklijkheid.
Rondom mijn werk
Schrijver: Albert VerweyInzender: JM, 10 september 2006
Geplaatst in de categorie: individu