Gelijk een vogel
Gelijk een vogel moede nederstrijkt
Op 't nestje in loovren veilig weggeborgen,
En 't kopje slapend buigt totdat de morgen
Blij uit haar lichte wolkwaranden kijkt,
En zachtjes zegt: ‘mijn hele hemel prijkt
Alreê met rozen van mijn liefde en zorgen...’
En 't is hem wèl dat nacht is opgeborgen -
Hij rept de vleuglen al, zijn moeheid wijkt! -
Zo strijk ik telkens, Liefste, moede neder
Op 't nestje van uw liefde, tussen lover
Van fijne huislijkheid, en als ge u over
Mij neigt na rust, ontwaakt mijn ziel of teder
Haar wekte morgenglans tot Dag van Zegen -
Zij stijgt in 't licht het Licht der Liefde tegen
Serena (1898)
Schrijver: Marie BoddaertInzender: adm, 24 april 2013
Geplaatst in de categorie: liefde