Zomermorgen
rondeel
Aanstonds, toen ik wakker werd,
Scheen de zon mij in de ruiten
En de vogeltjes daarbuiten,
Van nabij en in de vert,
Sloegen, 't bekje opgesperd,
Aan het zingen en het fluiten,
- Aanstonds, toen ik wakker werd -
Dat de englen met hun luiten
Niet zo vrij en onbenerd,
- Als de doden 't oog ontsluiten -
Hunne vreugde kunnen uiten
In het hemelse concert,
Als de vogeltjes daarbuiten
Aanstonds, toen ik wakker werd.
-----------------------------------
uit: Laatste verzen (1923)
onbenerd - onbevreesd
Schrijver: Jacqueline van der WaalsInzender: Redactie, 13 augustus 2024
Geplaatst in de categorie: dieren