inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie

1814 - 1903

poëzie (nr. 4.694):

ZANGDRIFT

Hoe woelt de poëzij
In mij,
En haakt aan ’t licht te komen;
Als in ’t gebergte een volle bron,
Begerig naar de glans der zon,
Begerig uit te stromen!

Hoe voel ik mij omringd,
Omkringd,
Door beelden, geesten, schimmen
Van schoonheid, liefde, waarheld, kracht,
Me omzwevende in een halve nacht,
Waaruit een dag wil klimmen!

Hoe ruist mij koor op koor
In ’t oor,
Verlokkend en ontroerend!
Hoe zoet weemoedig is het mij,
Als ware een stroom van melodij
Mij op zijn golven voerend;

Als hoorde ik in ’t verschiet
Een lied,
Dat hart en zin mocht kluisteren;
Een nieuw gezang, dat niemand zong,
En dat de ganse wereld dwong
Tot opgetogen luisteren!

Mijn vrienden, neen! geen lust,
Maar rust
Ontbreekt de arme zanger.
Hem kwelt een lang getergde dorst
Naar poëzij, zijn moede borst
Is van gedichten zwanger.

Geeft de onbezorgde vreugd
Der jeugd,
Haar zoete mijmeringen,
In schaduw van ’t aloud geboomt,
Of waar, van munte en tijm omzoomd,
De rimpelende duinbeek stroomt,
Hem weer — en hij zal zingen.

Dichtwerken III (1876)

Schrijver: Nicolaas Beets
Inzender: Redactie, 6 augustus 2022


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.5 met 13 stemmen aantal keer bekeken 4.269

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)