115 resultaten.
WANNEER IK STERVEN ZAL
poëzie
4.2 met 8 stemmen
3.627 Wanneer ik sterven zal (o glimlach om de vreze
en om 't begeren dat ik eindlijk sterven zou!):
neem dan dit pijnlijk boek; wil deze verzen lezen
waarin ik u miskenne, o vrouw.
- Ik weet: gij zult er niets dan bitters ondervinden;
niets dat u om de zwaart der dode ontgoochling troost:
slechts 't hunkren naar de duizendvoudige beminde
dat zijne…
Gij draagt het gladde mom der dood
poëzie
3.4 met 5 stemmen
1.539 Gij draagt het gladde mom der dood;
uw oog is groot van lijden;
het naaste naken van de nood
heeft uwe mond gescheiden.
Reeds is het, of het laatste woord
uw lippe gaat verpaarsen.
Gij spert uw vingeren, doorgloord
van eeuwig licht, als kaarsen.
Uw glimlach voert het bijster beeld
der eeuw'ge ontvangenisse.
Het lam des offers…
DE ZON LIGT IN MIJN LINKER-HAND
poëzie
3.4 met 9 stemmen
3.207 De zon ligt in mijn linker-hand,
en zijpelt door mijn vinger-brand
van laag en logger bloed, in 't welkend westen,
op dak en doom, alover vout en veste.
De maan rijst uit mijn rechter-hand
en zeeft haar weemlend zilver-zand
alover wuiv'ge wake en schemer-weven
van 't graan, waar de aedmen, blauw, van 't graan in beven.
Ik stijg al hoger…
Wees niet de schroom'ge
poëzie
3.2 met 8 stemmen
1.891 Wees niet de schroom'ge, die, in lomer avond-komen,
herdenken zwijgen doet;
ben ík de pleger niet, die met zijn eigen dromen
zijn eigen treurnis voedt?
- Treed nader, zie mij aan, en hoe mijn oog, gelaten,
géen liefde vraagt, o kind;
- ik heb de zeilen van 't verlangen neer-gelaten
bij liggende' avond-wind....
En weder teder…
X. Oktober, sloper van mijn streven
poëzie
3.7 met 7 stemmen
2.539 Oktober, sloper van mijn streven en mijn hopen,
uw moker is van lood
die weegt ter lome leên me en houdt mijn nek gestopen.
Oktober; en uw aêm, mijn lammer lijf beslopen,
Oktober, maakt mijne ogen groot.
Van alle spel geweerd de blijde zomer-kieten,
en te aller rust gekeerd;
verlaten alle luste’ en die me zelf verlieten,
Oktober, - als een…
O BLIK VOL DOOD EN STERREN
poëzie
3.5 met 10 stemmen
1.855 o Blik vol dood en sterren,
o hart vol licht en leed.
De dag is spijtig verre;
de nacht is hel en wreed.
Mijn mond vol wondre smaken
die géne vrucht verzaadt.
Niemand, o hunkrend waken,
die langs mijn venster gaat...
Wij zullen nimmer wezen
dan Godes angst'ge wezen.
- God, laat ons waan en schijn
dat we Uwe wezen zijn.…
'k Zit met mijn lamme benen
poëzie
3.8 met 14 stemmen
2.494 'k Zit met mijn lamme benen
in de asse van een stervend vuur.
Ik bid; mijn vrienden wenen;
en 't hangt mijn keel uit op den duur.
Zal ik mij dan vervelen
met langer Job te spelen?
De schoonste lol, de liefste lol
maakt op den einde dol.
De schapen moet men scheren
en de ezels moet men slaan, ja slaan.
Zo wil 'k, in alle…
Thans is het uur dat schaduwen neigen
poëzie
4.0 met 7 stemmen
1.985 Thans is het uur dat schaduwen neigen,
En de avond, als een teder lied,
Om huize’ en zielen zacht komt zijgen,
En moede durend, stil vervliet
In de open schoot van ’t schemer-zwijgen…
Thans is in al de zielen vreê,
En dank-gebed in al de huizen;
En zelfs wie wránge dagen leê
Voelt in zijn wezen kalmte suizen
Als een slaap-zware zomer-zee……
ZOU'N WIJ GEEN GLAASKE MOGEN DRINKEN?
poëzie
3.7 met 11 stemmen
2.238 Zou'n wij geen glaaske mogen drinken?
zou'n wij daarom een zat-lap zijn?
- De droesmen van de driften stinken
nog meer dan moer van zieke wijn.
Zou'n wij geen meiske mogen kussen?
Zou'n wij daarom een vuil-baard zijn?
- Maar wèlke boezem wordt het kussen
voor deze lang-verzopen pijn?...
Als koningen kwamen we uit de Oosten
en hadden…
De luchten hangen vol dagen
poëzie
4.6 met 7 stemmen
3.100 De luchten hangen vol dagen, -
De dagen hangen vol smart…
Ik zal te zwak zijn, om te dragen
Wat mij de wereld tegen-sart;
Ik zal te ziek zijn, om te wezen
Wat uw wil star me tegen-slaat,
O mijne dade’ : allene wezen
Die door ’t gewoel bang henen gaat.
Ik, die te trots ben om te leven
In stalen palen enkle tijd:
Ik zal te moe zijn om te…
Laat me, vijver, waar ge ontwaakt
poëzie
4.0 met 2 stemmen
526 Laat me, vijver, waar ge ontwaakt,
- daar, ten dagerade aan 't rozen,
naar uw nacht de morgen naakt, -
laat mijn aanzicht, week en naakt,
eigen bleekheid tegen blozen.
o, 't En is een scheemlen maar;
maar, in 't stijgend morgen-scheemlen,
zie 'k ten vijver, minder klaar
maar te dieper naar ik staar,
schoonre hemel dan ten heemle…
De bruid zegt:
poëzie
4.0 met 2 stemmen
403 Hoe wordt mijn lippe week
van honig-smaak?
– ’t Is of ‘k met tanden-reek
uw tanden raak...
Hoe zijn uw ogen klaar
van vreemde schijn!
‘k Zie er me lévens-waar
spíeglend in zijn...
‘k Hou mijne leden, als
ware ik beschaamd…
– Uw adem, om mijn hals,
die zoelig aêmt...
- Is het een lente-gloed
die door me gaat?
Hoe toch uw strak…
Kind met het bleek gelaat
poëzie
4.0 met 1 stemmen
435 Kind met het bleek gelaat, dat van uw wijde blikken
geen liefde in mat gebaar noch in lede ogen ziet,
maar in uw zedig kleed uw knieën weet te schikken
zó, dat me te elken male een laaie drift doorschiet:
gij zult het nimmer aan mijn vrome woorden weten
hoe mijn begeren om uw kleren dolen dorst;
maar ìk draag in me-zelf de wonde, zelf gereten…
Ween aan mijn borst
poëzie
4.0 met 1 stemmen
474 Ween aan mijn borst den schat der tranen
die rijk me maken van uw leed,
ik die van wankelende wanen
als gij het talmend smeken weet;
ik die, mijn kind, op andre schouder
om eendre vreze heb geschreid,
maar van elke onmacht oud en ouder,
weer om een nieuwe hope lijd;
ik die het goud van alle transen
voor de as van oude zonnen ken…
Ter lome zee met slappe zeilen
poëzie
4.5 met 2 stemmen
448 Ter lome zee met slappe zeilen
onder eenzelfde lamme zon,
en steeds het onveranderd-ijle
aan elke nieuwe horizon;
aldóor de dagen áldoor varen
een onverschill'ge avond toe,
en eindeloos het loom verzwaren
der lamme leden, hooploos-moe;
en nimmer, nimmer slapen mogen,
maar steeds naar horizonnen spiên
met starre en pijnlijk-sperrende…
O zee, die mijne lip doorkeent
poëzie
3.5 met 2 stemmen
664 o Zee, die mijne lip doorkeent met zout-kristallen
waarin het volle licht van alle zonnen breekt;
zand, bij mijn veer'ge zool breed-uitgestraald doorweekt,
waar krijsend iedre tred doet duizend schelpen schallen;
o tuimelende lucht, die brandt mijne ogen toe
maar sluit ze op 't dansen van ontallig-vuur'ge bollen:
ik ben van zee en lucht…
Wij zullen blijde zijn
poëzie
4.0 met 1 stemmen
564 Wij zullen blíjde zijn... De bomen blozen
van vruchten. En ons hoofd is schoon als duizend rozen,
nu we overvloedig zijn van zwenkend zomer-bloed...
o God, God, ik en kende U niet, en was verlóren;
maar nu ge Uw adem door mijn adem deinen doet,
is Uw gedaante menig-voud in mijn herboren,
'lijk, beken-veel door 't barstend lente-land, een vloed…
Gij wast aan mij gelijk de winde
poëzie
3.0 met 3 stemmen
594 Gij wast aan mij gelijk de winde
die wentelt om een koren-aar;
dra zal ik aan mijn wang bevinden
de zoete streling van uw haar.
Dra zult gij 't glanzend voorhoofd beuren
tot waar mijn slapen komm'rend staan:
zo ziet men, wild, een winde geuren
naast 't wegend rijpen van het graan.
o, 'k Ben geen sterke; moe-gedragen,
verzwaart…
Als, bij moe-tanend avond-lichten...
poëzie
4.0 met 2 stemmen
465 Als, bij moe-tanend avond-lichten,
angst daalt in onze aanwezigheid,
zijt gij 't, die voor onze aangezichten
de vreê der avond-lampe breidt.
Wij zitten en ons leden wegen,
zwaar van stil-naedre dage-dood;
gíj hebt zacht woorden die verplegen,
en breekt het vredige avond-brood.
En wij, die uwe gaven eten,
wij rusten in uw blijde…
Vlaanderen, o welig huis
poëzie
4.5 met 2 stemmen
543 Vlaandren, o welig huis waar we zijn als genoden
aan rijke taaflen! - daar nu glooiend zijn de weiên
van zomer-granen, die hunne aêmende ebbe breien
naar malvend Ooste' en statig dagerade-roden,
dewijl de morge' ontwaakt ten hemel en ter Leië -:
wie kan u weten, en in 't harte niet verblijên;
niet danke' om dagen, schoon als jonge zege-goden…