inloggen
voeg je poëzie toe

Poëzie van Karel van de Woestijne

1878- 1929

115 resultaten.

WANNEER IK STERVEN ZAL

poëzie
4.2 met 8 stemmen aantal keer bekeken 3.627
Wanneer ik sterven zal (o glimlach om de vreze en om 't begeren dat ik eindlijk sterven zou!): neem dan dit pijnlijk boek; wil deze verzen lezen waarin ik u miskenne, o vrouw. - Ik weet: gij zult er niets dan bitters ondervinden; niets dat u om de zwaart der dode ontgoochling troost: slechts 't hunkren naar de duizendvoudige beminde dat zijne…

Gij draagt het gladde mom der dood

poëzie
3.4 met 5 stemmen aantal keer bekeken 1.539
Gij draagt het gladde mom der dood; uw oog is groot van lijden; het naaste naken van de nood heeft uwe mond gescheiden. Reeds is het, of het laatste woord uw lippe gaat verpaarsen. Gij spert uw vingeren, doorgloord van eeuwig licht, als kaarsen. Uw glimlach voert het bijster beeld der eeuw'ge ontvangenisse. Het lam des offers…

DE ZON LIGT IN MIJN LINKER-HAND

poëzie
3.4 met 9 stemmen aantal keer bekeken 3.207
De zon ligt in mijn linker-hand, en zijpelt door mijn vinger-brand van laag en logger bloed, in 't welkend westen, op dak en doom, alover vout en veste. De maan rijst uit mijn rechter-hand en zeeft haar weemlend zilver-zand alover wuiv'ge wake en schemer-weven van 't graan, waar de aedmen, blauw, van 't graan in beven. Ik stijg al hoger…

Wees niet de schroom'ge

poëzie
3.2 met 8 stemmen aantal keer bekeken 1.891
Wees niet de schroom'ge, die, in lomer avond-komen, herdenken zwijgen doet; ben ík de pleger niet, die met zijn eigen dromen zijn eigen treurnis voedt? - Treed nader, zie mij aan, en hoe mijn oog, gelaten, géen liefde vraagt, o kind; - ik heb de zeilen van 't verlangen neer-gelaten bij liggende' avond-wind.... En weder teder…

X. Oktober, sloper van mijn streven

poëzie
3.7 met 7 stemmen aantal keer bekeken 2.539
Oktober, sloper van mijn streven en mijn hopen, uw moker is van lood die weegt ter lome leên me en houdt mijn nek gestopen. Oktober; en uw aêm, mijn lammer lijf beslopen, Oktober, maakt mijne ogen groot. Van alle spel geweerd de blijde zomer-kieten, en te aller rust gekeerd; verlaten alle luste’ en die me zelf verlieten, Oktober, - als een…

O BLIK VOL DOOD EN STERREN

poëzie
3.5 met 10 stemmen aantal keer bekeken 1.855
o Blik vol dood en sterren, o hart vol licht en leed. De dag is spijtig verre; de nacht is hel en wreed. Mijn mond vol wondre smaken die géne vrucht verzaadt. Niemand, o hunkrend waken, die langs mijn venster gaat... Wij zullen nimmer wezen dan Godes angst'ge wezen. - God, laat ons waan en schijn dat we Uwe wezen zijn.…

'k Zit met mijn lamme benen

poëzie
3.8 met 14 stemmen aantal keer bekeken 2.494
'k Zit met mijn lamme benen in de asse van een stervend vuur. Ik bid; mijn vrienden wenen; en 't hangt mijn keel uit op den duur. Zal ik mij dan vervelen met langer Job te spelen? De schoonste lol, de liefste lol maakt op den einde dol. De schapen moet men scheren en de ezels moet men slaan, ja slaan. Zo wil 'k, in alle…

Thans is het uur dat schaduwen neigen

poëzie
4.0 met 7 stemmen aantal keer bekeken 1.985
Thans is het uur dat schaduwen neigen, En de avond, als een teder lied, Om huize’ en zielen zacht komt zijgen, En moede durend, stil vervliet In de open schoot van ’t schemer-zwijgen… Thans is in al de zielen vreê, En dank-gebed in al de huizen; En zelfs wie wránge dagen leê Voelt in zijn wezen kalmte suizen Als een slaap-zware zomer-zee……

ZOU'N WIJ GEEN GLAASKE MOGEN DRINKEN?

poëzie
3.7 met 11 stemmen aantal keer bekeken 2.238
Zou'n wij geen glaaske mogen drinken? zou'n wij daarom een zat-lap zijn? - De droesmen van de driften stinken nog meer dan moer van zieke wijn. Zou'n wij geen meiske mogen kussen? Zou'n wij daarom een vuil-baard zijn? - Maar wèlke boezem wordt het kussen voor deze lang-verzopen pijn?... Als koningen kwamen we uit de Oosten en hadden…

De luchten hangen vol dagen

poëzie
4.6 met 7 stemmen aantal keer bekeken 3.100
De luchten hangen vol dagen, - De dagen hangen vol smart… Ik zal te zwak zijn, om te dragen Wat mij de wereld tegen-sart; Ik zal te ziek zijn, om te wezen Wat uw wil star me tegen-slaat, O mijne dade’ : allene wezen Die door ’t gewoel bang henen gaat. Ik, die te trots ben om te leven In stalen palen enkle tijd: Ik zal te moe zijn om te…

Laat me, vijver, waar ge ontwaakt

poëzie
4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 526
Laat me, vijver, waar ge ontwaakt, - daar, ten dagerade aan 't rozen, naar uw nacht de morgen naakt, - laat mijn aanzicht, week en naakt, eigen bleekheid tegen blozen. o, 't En is een scheemlen maar; maar, in 't stijgend morgen-scheemlen, zie 'k ten vijver, minder klaar maar te dieper naar ik staar, schoonre hemel dan ten heemle…

De bruid zegt:

poëzie
4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 403
Hoe wordt mijn lippe week van honig-smaak? – ’t Is of ‘k met tanden-reek uw tanden raak... Hoe zijn uw ogen klaar van vreemde schijn! ‘k Zie er me lévens-waar spíeglend in zijn... ‘k Hou mijne leden, als ware ik beschaamd… – Uw adem, om mijn hals, die zoelig aêmt... - Is het een lente-gloed die door me gaat? Hoe toch uw strak…

Kind met het bleek gelaat

poëzie
4.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 435
Kind met het bleek gelaat, dat van uw wijde blikken geen liefde in mat gebaar noch in lede ogen ziet, maar in uw zedig kleed uw knieën weet te schikken zó, dat me te elken male een laaie drift doorschiet: gij zult het nimmer aan mijn vrome woorden weten hoe mijn begeren om uw kleren dolen dorst; maar ìk draag in me-zelf de wonde, zelf gereten…

Ween aan mijn borst

poëzie
4.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 474
Ween aan mijn borst den schat der tranen die rijk me maken van uw leed, ik die van wankelende wanen als gij het talmend smeken weet; ik die, mijn kind, op andre schouder om eendre vreze heb geschreid, maar van elke onmacht oud en ouder, weer om een nieuwe hope lijd; ik die het goud van alle transen voor de as van oude zonnen ken…

Ter lome zee met slappe zeilen

poëzie
4.5 met 2 stemmen aantal keer bekeken 448
Ter lome zee met slappe zeilen onder eenzelfde lamme zon, en steeds het onveranderd-ijle aan elke nieuwe horizon; aldóor de dagen áldoor varen een onverschill'ge avond toe, en eindeloos het loom verzwaren der lamme leden, hooploos-moe; en nimmer, nimmer slapen mogen, maar steeds naar horizonnen spiên met starre en pijnlijk-sperrende…

O zee, die mijne lip doorkeent

poëzie
3.5 met 2 stemmen aantal keer bekeken 664
o Zee, die mijne lip doorkeent met zout-kristallen waarin het volle licht van alle zonnen breekt; zand, bij mijn veer'ge zool breed-uitgestraald doorweekt, waar krijsend iedre tred doet duizend schelpen schallen; o tuimelende lucht, die brandt mijne ogen toe maar sluit ze op 't dansen van ontallig-vuur'ge bollen: ik ben van zee en lucht…

Wij zullen blijde zijn

poëzie
4.0 met 1 stemmen aantal keer bekeken 564
Wij zullen blíjde zijn... De bomen blozen van vruchten. En ons hoofd is schoon als duizend rozen, nu we overvloedig zijn van zwenkend zomer-bloed... o God, God, ik en kende U niet, en was verlóren; maar nu ge Uw adem door mijn adem deinen doet, is Uw gedaante menig-voud in mijn herboren, 'lijk, beken-veel door 't barstend lente-land, een vloed…

Gij wast aan mij gelijk de winde

poëzie
3.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 594
Gij wast aan mij gelijk de winde die wentelt om een koren-aar; dra zal ik aan mijn wang bevinden de zoete streling van uw haar. Dra zult gij 't glanzend voorhoofd beuren tot waar mijn slapen komm'rend staan: zo ziet men, wild, een winde geuren naast 't wegend rijpen van het graan. o, 'k Ben geen sterke; moe-gedragen, verzwaart…

Als, bij moe-tanend avond-lichten...

poëzie
4.0 met 2 stemmen aantal keer bekeken 465
Als, bij moe-tanend avond-lichten, angst daalt in onze aanwezigheid, zijt gij 't, die voor onze aangezichten de vreê der avond-lampe breidt. Wij zitten en ons leden wegen, zwaar van stil-naedre dage-dood; gíj hebt zacht woorden die verplegen, en breekt het vredige avond-brood. En wij, die uwe gaven eten, wij rusten in uw blijde…

Vlaanderen, o welig huis

poëzie
4.5 met 2 stemmen aantal keer bekeken 543
Vlaandren, o welig huis waar we zijn als genoden aan rijke taaflen! - daar nu glooiend zijn de weiên van zomer-granen, die hunne aêmende ebbe breien naar malvend Ooste' en statig dagerade-roden, dewijl de morge' ontwaakt ten hemel en ter Leië -: wie kan u weten, en in 't harte niet verblijên; niet danke' om dagen, schoon als jonge zege-goden…
Meer laden...