Avondsterre
Wisselziek in 't zweven
Blijken wind en wolk;
Om naar verre dreven
Wensen mee te geven,
Eise ik trouwer tolk.
Wees gij zelf bodinne,
Hoe mijn harte blaakt,
Schone ster der minne,
Die de westertinne
Rozen strooiend naakt!
Heffe naar uw stralen
't Lelietje in de knop,
't Lelietje der dalen,
Bij haar zoet verhalen
't Hoofdje luist'rend op.
De een roep': ‘liefde en trouwe!’
‘Trouwe en liefde!’ de aêr,
En haar blik aanschouwe
't Luchtslot dat ik bouwe
In de rei der schaar.
Voer haar uit de weelde
Van haars vaders huis,
Die maar half verheelde,
Hoe zich 't hart verveelde
In een kleine kluis.
Schoon haar lage winde
Luttel bloemen bie',
Om haar lokken binde
'k Elke die ik vinde,
En hoe schat zij die!
Eer men ons benijde,
Siersel van de trans!
Als zij blozend blijde
Dartelt aan mijn zijde,
Tempert gij uw glans.
Van zo hel een luister
Houdt geen minnewicht;
Slechts in schemerduister
Wordt het zachtst gefluister
Ons het zoetst gedicht!...
Inzender: Redactie, 11 februari 2017
Geplaatst in de categorie: liefde