Het vlas staat in de blom.
Het vlas staat in de blom,
Al groen en blauwig;
En 't windje vliegt er om
Zo vleiend lauwig.
De herels rechten flinks
Hun tere topkens,
En keren, rechts en links,
Hun kleene kopkens.
Hoe zot en preuts ze zijn,
Elk met zijn vaantje
Van hemelblauw satijn
Op 't groene staantje!
Hier beet een bruine bie;
En ginder, ginder,
Vlug weg en weder, zie!
Een witte vlinder!
En voort, tot waar dat blauw
En groen in 't koren,
Vol lokkend grijs en grauw,
Verloopt, verloren;
Zo ver als om-en-dom
Het oog kan dragen,
Het vlas staat in de blom
Te wiegewagen.
Gedichten (1910)
Schrijver: René de ClercqInzender: Redactie, 26 mei 2017
Geplaatst in de categorie: natuur