Bij het graf mijns vaders.
poëzie
4.0 met 2 stemmen
646 Dierbre vader! met een bloedend harte
Ging ik u geleiden naar het graf,
En de traan der kinderlijke smarte
Gleed mij telkens van de wangen af;
't Viel mij bang, toen ik de kist zag zinken,
Die uw stoflijk overschot bewaart,
En de doffe nagalm hoorde klinken
Van de daarop neergeworpen aard'.
Nimmer, dacht ik, ziet mijn oog hem weder…
DE WARE KUS
poëzie
4.4 met 5 stemmen
1.421 Voorzeker, ’t is een teedre lust,
Wanneer men ’t blozend roosjen kust
Op lieve maagdenwangen!
Voorzeker, ’t is een dierbaar pand,
Een lieve Maagdelijke hand
Met lip en mond te prangen!
En ’t kusjen is verrukkend zoet,
Wanneer ge ’t stookvuur van uw gloed
Op ’t tintlend oog moogt wreken;
Of als men op een schone borst
Een wederzijdse…
OP HET TONEEL
poëzie
3.0 met 4 stemmen
2.093 De wereld is een speeltoneel,
Elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel.…
DE WILDE WIND
poëzie
4.5 met 8 stemmen
2.522 Door ‘t haaghout raamt
de wilde wind,
verblind,
zijn reuzensprongen:
en al dat ooit
hem tegenstaat
verlaat
hij, losgewrongen.
Gebogen hier,
gebroken daar,
malkaar
de bomen schenden;
die, scheurende uit
de gronde, huis
en thuis
de gruw inzenden.
Nu maalt hij…
EENS MEIENS MORGENS VROEG
poëzie
4.6 met 16 stemmen
1.586 Eens meiens morgens vroeg
was ik opgestaan,
In een schoon boomgaardekijn
zoud' ik spelen gaan.
Daar vond ik drie jonkvrouwen staan.
d'Ene zong vore, d'ander zong na:
Harba lori fa,
Harba, harba lori fa,
Harba lori fa.
Toen ik verzag dat schone kruid
in de boomgaardekijn,
End' ik verhoorde dat zoete geluid
van de mageden fijn,
Toen…
Wij zoeken God
poëzie
4.0 met 1 stemmen
484 Wij zoeken God, die niet dan in geluk
Gevonden wordt, in angst en ongeluk.
Van dag tot dag, om onze weg te korten,
Maakt God het leven, onze weerstand, stuk.…
SIMPLICITAS
poëzie
3.3 met 3 stemmen
512 Ik denk bij de regen
slechts aan een paraplu,
want ik ben heel simpel,
simpeler dan U.
Zout is voor mij oorzaak
van een bruine huid,
want ik leg de dingen
erg simpel uit.
Ik vind socialisme
zonder meer verkeerd,
want ik ben nu eenmaal
ongecompliceerd.
Praat ik over liefde,
dan denk ik slechts aan vlees…
DE CRISIS ONZER DAGEN.
poëzie
5.0 met 2 stemmen
707 (EEN WOORD in 1859 en 1860)
Een fonklend samenbroedsel
Van vrijheid en van dwang,
Bij zucht naar prikklend voedsel
Het vuur van drift of drang.
Veel hoofden vol confusie,
Veel harten vol van spijt:
Bij eeuwen-oude illusie
Weer d' eeuwen-oude strijd.
't Gewicht der wetenschappen
Door wonderen geleerd;
Na politieke klappen,…
OP HET SLAGVELD.
poëzie
4.0 met 1 stemmen
799 Door de kruitwolk en des slagvelds gruwelen,
zoekend stapt de Non waar hulp en troost biên.
Bloedig stort alom de krijgsman neder.
Lijk een engel komt zij toegevlogen,
knielt, verzorgt hem, biddend of met zoete
woorden hem vertroostend, helpt hem sterven...
Ginter verre donderen de kanonnen,
spuigend. - Stervend stort de maged neder. -
Ruiters…
Ons lichaam rust wanneer wij eindlijk slapen
poëzie
4.0 met 3 stemmen
450 Ons lichaam rust wanneer wij eindlijk slapen,
Maar meer de ziel van het langdurig waken.
Dan rijst zij traag uit haar kortstondig thuis
Om tot de droom, die leven heet, te ontwaken.…
AL DRAAGT DE AAP EEN GOUDEN RING / ZO IS HET TOCH EEN LELIJK DING
poëzie
3.0 met 3 stemmen
3.554 Al heeft de sim een gulden rok,
Zo is 'et toch maar enkel jok;
Want schoon zij met een grote pracht,
Wordt deftig in het spel gebracht,
En dat ze voor de eerste maal
Komt prachtig treden op de zaal,
Komt wonder moedig aan de dag:
Zij is een aap, gelijk ze plach';
Want eer men nog de rolle sluit,
Zo kijken hare grillen uit,
Want zijde, goud…
Herfst
poëzie
4.0 met 1 stemmen
687 Het beukenbos is bruin als oud-geroest ijzer
en er staat een eik vol gouden munt,
de bewaasde vijver ligt vol puin van blâren
gelijk in mijn hart 't verdriet van de dag.
En er zit een mus eenzaam op een tak
zoals ik-zelf woon in dit land.
O mijn hersens, verkankerd van 't verdriet,
en mijn bloed verouderd in mijn lijf...
De vliegzwam…
In onze slaap gaan wij tot God terug
poëzie
4.0 met 2 stemmen
454 In onze slaap gaan wij tot God terug.
Ontwaakt, begrijpen wij opnieuw te zwerven.
Het leven houdt ons tegen tot wij sterven.
Dan keren wij voorgoed tot God terug.…
De vagebond
poëzie
4.0 met 3 stemmen
648 De dagen zijn te lang, en krap mij toegemeten
De dove rust des slaaps, van dalend licht tot licht
Zo spoedig kan ik niet verdromen en vergeten.
'k Ontwaak, een zieke gloed op 't benig aangezicht.
En elke dag, als nu, zet ik mijn doelloos zwerven,
Mij zelve honende, opnieuw en immer voort.
Mijn hart slaat jachtiger, hoe meer mijn krachten sterven…
HET GRAAN
poëzie
3.3 met 3 stemmen
718 Zon en wind zijn de gezellen
Van de helle vreugd,
Die hun moedwil op doet wellen
In de bloem der jeugd —
Waaiend haar, gekreukte kleedren
En een losse strik,
Zelfs de ziel draagt lichte veedren
Als een leeuwerik. -
Maar zich 's middags neer te vleien
In het warme graan,
Al die gouden arenrijen
Rond zich te zien staan,
En het wonder…
EEN KORENWANNER AAN DE WINDEN
poëzie
4.2 met 4 stemmen
567 Ik offer vermiljoene rozen,
En leliën en violetten
En bloemen vers geplukt, die blozen,
Waar op de dauw haar paarlen zetten;
En strooi ze met gewassen handen
Op uw altaar, o lichte veugels!
Gebroederen, die alle landen
Der wereld met uw snelle vleugels
Doorreist, en met een duislig ruisen
Het schaduwrijke loof beweegt,
Waar door gij zachtjes…
Verlangen.
poëzie
4.0 met 1 stemmen
703 In de nachtlijke stilt' van mijn dromen,
Als geen windeken ruizen in 't groen,
Als geen vogelken fluit in de bomen,
Wekt mij telkens hetzelfde visioen.
Langs de ronding der reuzige bogen,
Stort haar zilveren stromen de maan,
Op de golven, zich heffend ten hogen,
Waar de sterren te vonkelen staan.
Ach! de maan is zo hoog aan de kimme…
spinnenwebben van moeheid
poëzie
4.0 met 4 stemmen
2.469 spinnenwebben van
moeheid dragen over
grandioze zeeën zijn
ellendig hart. en toch
zal alles zo blijven…
Thereze.
poëzie
4.2 met 4 stemmen
591 Ja, lieve juffer, inderdaad,
Ge zijt bekoorlijk schoon van wezen,
En rijk daarbij, wat nimmer schaadt;
Ook wordt uw aard te recht geprezen.
Wel hem, die gij uw harte biedt:
Gelukkig zal hij mogen heten!
Maar spreek tot mij van liefde niet...
Ik zal Thereze nooit vergeten.
Zij mocht gewis met minder recht
Dan gij op lichaamsschoonheid bogen…
EEN TELEFOON-LIEDJE VAN ZEBEDEUS
poëzie
4.0 met 3 stemmen
475 Het zijn de snaren,
Die door de ruimte varen;
Een uitgespannen schaal
Van stijve paal tot paal.
Die snerpen en die fluiten
Door 't nachtelijke buiten
En gonzen in de wind,
Gespannen, doof en blind . . .
De snaren zijn 't, de snaren,
Waar langs de stemmen varen
Van velen, doof en blind
En wetend niet de wind.
De wind die aan de snaren…