Zydy van minnaers smert een onverzaedlijck vraetjen
poëzie
3.4 met 11 stemmen
3.129 Zydy van minnaers smert een onverzaedlijck vraetjen,
O Min? so gaet het my noch al voor wint voor stroom,
Hoe naeu men waect mijn lief met grendelslot en boom,
Ick stae noch niet met u in 't alderquaedste blaetjen.
Ghy komt en steeltse my door 't aldernauste gaetjen,
En buyten moeyten van mijn slapend' lichaem loom,
Voer dyze lieflijck by…
Ik liep 's avonds door mijne stad
poëzie
3.2 met 24 stemmen
3.604 Ik liep 's avonds door mijne stad,
Het water zwartvloerig, elk huis had
zich van boven tot onder met rouw behangen,
dat was zo mijn verlangen.
En voor alle ramen zaten
mijn onderdanen naar me te zien,
ze hadden het donker gelaten
om me te beter te kunnen zien.
En midden op een plein
wou ik alleen zijn,
ik heb mijn herauten verzonden…
O 'T RUISEN VAN HET RANKE RIET
poëzie
4.2 met 64 stemmen
5.567 (Hom. Il. XVIII, 576)
O! 't ruisen van het ranke riet!
o wist ik toch uw droevig lied!
wanneer de wind voorbij u voert
en buigend uwe halmen roert,
gij buigt, ootmoedig nijgend, neer,
staat op en buigt ootmoedig weer,
en zingt al buigen 't droevig lied,
dat ik beminne, o ranke riet!
O! 't ruisen van het ranke riet!
hoe dikwijls dikwijls…
ONGELUKKIGE LIEFDE
poëzie
3.4 met 35 stemmen
6.832 Eer ik nog de Liefde kende
dacht ik, ze is het zoetste zoet.
Hoe gelukkig! dien de Liefde,
met heur' hemelnectar, voedt!
'k Zag, met tranen in mijn ogen,
menigmaal een' jongeling,
Die, met blijdschap op de wangen,
naar zijn jeugdig meisje ging.
"Liefde, geef mij ook een meisje!
stel mijn kloppend hart te vreên!
Liefde, geef mij ook een…
KINDERLIJK
poëzie
4.2 met 116 stemmen
22.045 Constantijntje, ’t zalig kijntje
Cherubijntje, van om hoog,
D’ijdelheden, hier beneden,
Uitlacht met een lodderoog.
Moeder, zeit hij, waarom schreit gij?
Waarom greit gij, op mijn lijk?
Boven leef ik, boven zweef ik,
Engeltje van ’t hemelrijk:
En ik blink’ er, en ik drink er
’t Geen de schenker alles goeds
Schenkt de…
Het gebroken glas
poëzie
3.4 met 30 stemmen
7.264 Ene vertelling
Cornelis had een glas gebroken
Voor aan de straat;
Schoon hij de stukken had verstoken,
Hij wist geen raad
Hij had een afschrik van te liegen,
Wijl God het ziet;
En zou hij Mama nu bedriegen,
Dat kon hij niet.
Hij stond onthutseld en bewogen;
De moeder komt;
Zij ziet de tranen in zijn ogen;
Hij…
HET SCHRIJVERKE
poëzie
4.2 met 59 stemmen
7.126 (gyrinus natans)
O krinklende winklende waterding
met 't zwarte kabotseken aan,
wat zien ik toch geren uw kopke flink
al schrijven op 't waterke gaan!
Gij leeft en gij roert en gij loopt zo snel,
al zie 'k u noch arrem noch been;
gij wendt en gij weet uwe weg zo wel,
al zie 'k u geen oge, geen één.
Wat waart, of wat zijt…
Aan de sonnetten (I)
poëzie
3.7 met 14 stemmen
2.486 Klinkt helder op, gebeeldhouwde sonnetten,
Gij, kindren van de rustige gedachte!
De ware vrijheid luistert naar de wetten:
Hij stelt de wet, die úwe wetten achtte:
Naar eigen hand de vrije taal te zetten,
Is eedle kunst, geen grens, die haar ontkrachtte;
Beperking moet vernuft en vinding wetten;
Tot heersen is, wie zich beheerst, bij machte…