MEN MACH DEN NUWEN TIJT
poëzie
5.0 met 1 stemmen
4.249 Men mach den nuwen tijt
Wel bekinnen overal:
Die voghele hebben delijt,
Die bloemen ontspringhen in berch en dal;
Waer so si staen,
Si sijn ontgaen
Den wreden wintre diese qual.
Ic ben ontdaen,
Mij en troeste saen
Die minne jeghen mijn ongheval.
Nu hevet mijn ongheval
Sine heervaert ghesticht op mi,…
Klaaglied van Jan Chagrijn.
poëzie
4.0 met 3 stemmen
695 'k Ben niet wat ik eertijds leek:
Zo gezond en krachtig;
'k Dut soms bij de schoonste preek,
Kijk, het spijt me machtig!
'k Lig te waken in mijn bed,
'k Droom heel naar of sidder;
'k Haat gezelschap, schuw de pret,
'k Dwaal als dolend ridder;
'k Heb een hekel aan 't kantoor,
'k Maak er duizend bokken;
Stelt men mij iets…
Voorjaar.
poëzie
4.7 met 3 stemmen
1.654 Mijn hof ontwaakt, wordt groen, wordt wit
Van bloesems aan de twijgen:
Reeds zoo veel malen zag ik dit,
Maar kon er nooit bij zwijgen.
Het blijft een wonder in mijn oog,
Zoo wonderschoon te aanschouwen,
Dat krachtig opwijst naar omhoog,
En aanspoort tot vertrouwen.
Hij leeft nog, die het leven geeft
En weergeeft uit de doden!…
IN DE AVOND
poëzie
4.0 met 4 stemmen
849 Des avonds buigt mijn lome mijmring over
Naar haar, mijn lief, en naar haar stil gemoed:
Zo nijgt een boom soms wel zijn bronzen lover
Over het koele water aan zijn voet.
En ik word droef. Want derft mijn ziel de tover
Dier lieve stem die 't wrangst gemis verzoet
Dan welkt mijn trots en ben ik naakt en pover,
Alleen verschroeid door…
De verrukking.
poëzie
4.0 met 3 stemmen
995 Geen grootheid der wereld bekoort mij.
Hoe zinkt gij, ô trotse paleizen,
Wanneer ik, naast Kloë gezeten,
Mijn oog op uw grootheid laat scheemren!
Wanneer op haar zwellende boezem
Mijn rusteloos harte mag kloppen -
ô Vorsten, wat zijn dan uw tronen? -
Daar ginds dwaalt de onlesbare hebzucht;
Verzadeloos hongert zij eeuwig.
De bleekheid bedekt…
Sicut filius.
poëzie
4.7 met 3 stemmen
976 Wel vaak heb ik gezongen,
Voor menig droevig hart,
De melodieuze wijzen
Van 't stille lied van smart:
Maar nu ik heb ontvangen
't Begeren mijner jeugd,
Wil ik nog eenmaal zingen
Het hoge lied van vreugd!
Vroeg uit mijns vaders woning
Dreef mij verlangen uit
De woningen te vinden
Van harts beloofde bruid:
Om liefdes woon te…
HET ONWEDER.
poëzie
4.0 met 2 stemmen
3.211 Hoe natuur zo stil, zo plechtig
Het dartel windje kwijnt,
En lispelt, op een trillend blaadje,
Zijn laatste adem uit!
Geen vogel zingt nu blijde tonen,
Maar zwijgt eerbiedig stil!
De roos, dat sieraad van de maagden,
Hangt treurig naar de grond!
De dag verwisselt zijn gewaden,
Voor 't zwarte kleed des nachts!
De zee kust, kabblend,…
HET EILAND MELOS.
poëzie
4.0 met 3 stemmen
752 Kleine smaragd in de kring van de edele stenen, die blinkend
Sieren de golvende plooien van 't kleed der Aigaiïsche waatren,
Ligt er het groenende Melos, het vuurontsprotene eiland,
Waar zich de gloed van Hefaistos in spleten en dampende bronnen
Toont, en dat gips en aluin en de zwavel en 't hout in zijn schoot draagt.
Donkere pijnen, hun kronen…
Lentemergen.
poëzie
4.0 met 4 stemmen
568 God! wâ'n hemels mergenuur!
Uut 'en wolk van goud en vuur
En ik weet nie hoeveul kleuren
Zie 'k de zon heur schiefke beuren.
En umhoog deur 's hemels blauw,
En umleeg ien 't drupke dauw,
Lienks en rechts en wied en zied -
't Is al straolen wâ ge ziet!
Hè! hoe lekker, hoe gezond
Weit het wiendjen ien mien mond!
'k Vuul '…
DE ZALIGEN
poëzie
4.0 met 2 stemmen
580 De gele rozen lichten langs ‘t terras.
In diepe stoelen liggen zij te rusten,
de zaligen, die elkaar gelukkig kusten,
de toekomstlozen; heel hun leven was
een dringen naar de voorgeweten uren,
waar alles eensklaps in vergeten is;
‘t verwaait, nadat het stukgereten is,
hun oud bestaan; en nooit kan iets meer duren
naast dit verzonken zijn…
Lief is de Lente
poëzie
5.0 met 1 stemmen
801 Lief is de Lente,
Vriendlijk haar aanblik,
Schoon haar gelaat.
Zwangere wolken
Voeren haar schatten,
Zweven haar voor.
Gonzende buien,
Trots als herauten,
Melden haar komst.
Hoe zacht,
Zacht en bevallig,
Treedt zij te voorschijn:
Alles ontluikt.
Duizenden bloemen,
Sieren haar gangen,
Vormen haar stoet.
Vrolijke zonnen…
Raadsel
poëzie
4.2 met 5 stemmen
2.286 Vroeger schreef ik aan een zwaar bureau
Lichtzinnige gedichten;
Nu, met een plankje op mijn knie,
Een lijvige roman.
Ben ik vooruitgegaan? Wie
Kan mij zeggen, of ik het ben
Dan wel de materie
Die ten slotte moest zwichten?…
Moederliefde
poëzie
4.2 met 4 stemmen
1.118 Hij was 'n zindelijke schooier,
Die altijd kwast met suiker nam.
Zo'n nagemaakte bommengooier,
Die veel in de komedie kwam.
Dan floot ie zachtjes op z'n tanden
Of trommelde wat op de grond,
Soms zat ie lucifers te branden,
Die stak ie gloeiend in z'n mond.
Z'n moeder liep voor 'm te sjouwen,
Wanneer die in de bedstee lag.
Die ouwe…
Regenlucht
poëzie
4.0 met 2 stemmen
708 En boordevol is 't herte en toch en wil niet vloeien
die staande en stille stroom in klare poëzie
op 't blad, dat 'k o! zoo graag met tranen zou besproeien,
in 't lied, dat wentlen zoude in louter harmonie;
en boordevol is 't herte en niets en kan het boeien,
- geen levensdroom, waarin 'k een wens weerspiegeld zie! -
geen menselijk gevoel…
Vrijheid, wie heeft niet aan u gedroomd?
poëzie
4.0 met 2 stemmen
644 Vrijheid, wie heeft niet aan u gedroomd?
Als de zonne de aarde kussen koomt,
Stijgt de vogel zingend in de lucht:
Vrijheid! kweelt hij, vrijheid, wees gegroet!
Doch de mens ontwaakt, hij blikt... en zucht.
Heet als zonnegloed,
Bruist door zijn gemoed,
Vrijheid, uw geliefde vlammenvloed!
Doch de mens ontwaakt, hij blikt... en zucht.
Ziet…
LOOFVUREN
poëzie
4.0 met 3 stemmen
575 Als het avond, half september,
Om de dorpen, rommedom,
Door het waas der avondscheemring,
Smokend, knettrend vuur alom!
Op het land, na duchtig werken,
Viert men vreugd met luid gezang
En 't patatten-loof het vuurt er
Overal met hoge vlam.
Groot en spokend zie 'k de schimmen
Van het zingend boerenvolk
Om de vuren weemlen, woelen,
Rood-belaaid…
Afscheid
poëzie
4.8 met 4 stemmen
1.272 Dus is eindlijk 't uur geslagen,
't Lang gevreesde, droevig uur!
'k Voel mijn hart onstuimig jagen;
Ach! wat kost me uw afscheid duur.
Tranen wellen in mijn ogen
Bij het zingen van mijn lied;
Denk aan mij in uw gebeden,
Liefste, neen, vergeet mij niet.
Als de koele lente weder
De aarde siert met bloem en vrucht;
Als het lieve zuidenwindje…
Bui
poëzie
4.0 met 4 stemmen
709 Grimmig snellen rondgerolde wolken,
Eindeloos grote kluwens, aan door 't blauw.
Doodse stilte! Toch, ze naadren gauw,
Scherp weerspiegeld in de molenkolken.
Schelle fonkling van miljoenen dolken;
Dan de donder; en, van regen lauw,
Schudt de wind de hechte molenbouw,
Loeit het rund, dat wegvlucht, ongemolken.
Zuiver, als geslepen edelstenen…
Pietje Weetal.
poëzie
4.0 met 2 stemmen
777 ‘o, Jongens, weet jelui er van? -’
Neen, Piet. Zeg op, wat is het dan?
‘Straks was er brand bij ons in huis.’
Waardoor kwam 't aan? - ‘Ja, 't zit niet pluis:
Met opzet heeft de meid 't gedaan.’
o Foei, dat zal haar slecht vergaan.
En was 't verbrande heel veel waard?
‘o, 't Was maar brandhout op de haard.’
Och kom, als jij niets…
Alaba.
poëzie
3.5 met 2 stemmen
753 Alaba!
alaba!
Blesse, Blare,
kalf en koe,
voort, te gare,
toe!
Alaba!
alaba!
warme wachten
stal en stro.
Van de grachten,
roô!
Alaba!
alaba!
braver, braver,...
rep-je nu,
uit de klaver,
hu!
Alaba!
alaba!
Sterre, u slaat er
't kalf te zwaar;
'k zie 't, ge gaat er
naar.
Alaba!
alaba!
Lies wacht…