‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief,’ zo sprak mijn lief mij toe
poëzie
3.6 met 48 stemmen
12.398 Sonnet
‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief,’ zo sprak mijn lief mij toe,
Dewijl mijn lippen op haar lieve lipjes weidden.
De woordjes alle drie, wel klaar en wel bescheiden
Vloeiden mijn oren in, en roerden ('k weet niet hoe)
Al mijn gedachten om, staag malend nemmer moe;
Die 't oor mistrouwden en de woordjes wederleiden.
Dies ik mijn vrouwe…
BOERKE NAAS
poëzie
4.3 met 104 stemmen
10.672 Wie heeft er ooit het lied gehoord,
het lied van Boerke Naas?
't En ha', 't is waar, geen leeuwenhert,
maar toch, 't en was niet dwaas.
Boer Naas die was twee runders gaan
verkopen naar de stee
en bracht, als hij naar huis toe kwam,
zeshonderd franken mee.
Boer Naas, die maar een boer en was,
nochtans was scherp…
DOLCE FAR NIENTE
poëzie
3.0 met 24 stemmen
2.947 Ik lig in Hollands dierbaar duin,
Zo zacht in ’t lauwe zand,
En naast mij zit een blozend kind,
Een dochter van het strand.
Een zilvren wolkje speelt en drijft
Aan ’s Hemels blauwe boog;
En zoete vrede straalt en daalt
Op aarde van omhoog.
Het zilvren wolkje lacht en lokt,
Als riep het: 'o ga mee,
Reis met mij…
Zeg, liefken, heugt
poëzie
3.6 met 35 stemmen
7.431 Zeg, liefken, heugt
U nog de vreugd,
Wen op het kabblend water,
Zo spiegelrein,
Als kristallijn,
Zo ruisziek van geklater,
Ons kleene boot
Daar vlugjes vlood
In 't maanlicht, dat er glanste;
Een notendop,
Zoals zij op
De golfjens dobbrend danste;
Een rozeblad,
Waarin een schat,
Een parel, lag te luchten:
Mijn bange…
Jaap
poëzie
3.8 met 25 stemmen
3.360 Toen ik even
Van de verzen, die ik las,
De ogen peinzend hield geheven
Tot de vreugd, die buiten was...
Jaap, Jaap!
Wie zag ik daar komen
Onder mijn raam door de eikenlaan?
Jaap, mijn jongen,
De vogeltjes zongen
Hoog in de bomen
En alle vinken begonnen te slaan...
Ook in mijn hart ging het zingen aan.
Jaap, Jaap!
Daar liep Jaap met…
UITVAART VAN MIJN DOCHTERKEN (1633)
poëzie
4.1 met 52 stemmen
10.758 De felle Dood, die nu geen wit* mag zien,
Verschoont* de grijze liên.
Zij zit omhoog, en mikt met hare schicht
Op het onnozel wicht,
En lacht, wanneer in ’t scheien
De droeve moeders schreien.
Zij zag er een, dat, wuft* en onbestuurd,
De vreugd was van de buurt,
En, vlug te voet, in ’t slingertouwtje sprong
Of zoet Fiane zong,
En huppelde…
Madonna (Sonnetten XVIII)
poëzie
3.8 met 26 stemmen
2.476 Hoe minzaam heeft uw kozend woord geklonken,
Uw zilvren woord, maar àl te goed verstaan!
'k Zag in uw oog een glimlach en een traan,
Blauw bloempje, waarin morgenparels blonken;
Gij wijst mij naar de Moedermaagd, ik waan
Mij in aanbidding voor haar weg - gezonken....
Daar voel ik me eindelozen vree geschonken:
Ik zie naar háár - Mathilde,…
Een Lied (1916)
poëzie
3.3 met 24 stemmen
3.743 Een vrouw die, een heideheuvel afdalend, kleine, paarse
heidebloemen strooit over het hoofd van de welbeminde
en lacht, zó zijt gij tot mij gekomen
zomerlik reëel, sterke
ziel van buiten, geworden tot mijn ziel;
kracht, die weer buitenwaarts gaat.…
Beweeglijk bloemperk op stil blauw kanaal (1919)
poëzie
3.5 met 13 stemmen
1.339 Beweeglijk bloemperk op stil blauw kanaal,
Flikkeren, fel, hupp'lende zonnestippen,
Soms plotselinge lisch met gouden slippen,
Soms gouden pijlkruid, plots'ling vertikaal:
Magisch onzichtbaar zijn ze, als ze overwippen
Van top naar rimpeltop; een enk'le maal
Zie je, als een slangetje, een rankende straal,
Glinst'rend en glad, tussen twee…
Weiliedje (1916)
poëzie
3.8 met 45 stemmen
3.803 Waarom is de wei zo schoon ?
Omdat zich de zon op de weide
Gebouwd heeft tot tijloze woon
Zijn tenten uit blauwgroene zijde.
Des uchtends zweeft naakt in een damp
Een kind over halmen en sloten,
Die blozen van 't licht zijner lamp,
Als rozen door regen begoten.
Ten middag ligt lui op zijn zij
Een knaap naast zijn rundren en schapen…
Niet *(1860)
poëzie
3.4 met 34 stemmen
3.206 DAAR wandelde op nen zomerdag
een neuswijze achter 't land,
daar hij twee klene meiskes zag
die speelden in het zand.
Zei neuswijs: 'Maar,wat doet gij daar,
gij meiskes alle bei?
Wat doet gij daar gij blond van haar,
gij meiskes, in de Mei?'
En 't ene van de meiskes zei:
'Wel here, zo ge ziet
wij zitten hier, wij zitten,hei!…
Nachtbloesems I
poëzie
3.5 met 38 stemmen
6.271 I
In dons van wolkjes glijdt ginds
De zilveren sikkel der maan;
Die schijnt een gondel, een bootje,
Dat vaart op de blauwende baan.
De wolkjes schijnen de golven,
Witgekuifd, met luchtende tint,
En de sterren zijn zo schone leliën
Als niemand op aarde vindt.
Was die gondel mijn levensbootje,
Ik nam je, mijn lieve, er in mee…
HET WIJSGERIG ANTWOORD (1782 )
poëzie
4.2 met 26 stemmen
3.437 'k Was, met mijn jonge vrienden,
Eens bij een wijze grijsaard;
Wij spraken, hoe een wijze
De vijand van het leven,
De dood kloekmoedig afwacht. -
Zegt, zei de grijze Wijsgeer,
Zegt brave jongelingen,
Waar zoudt gij 't liefste sterven? -
Ik, zei de jonge Cleon,
Terwijl zijne ogen gloeiden,
Ik zou het liefste sterven
Op 't bloedig veld des…
Zilvervloot (1847)
poëzie
4.5 met 35 stemmen
4.234 Heb-je van de Zilveren Vloot wel gehoord,
De zilveren Vloot van Spanje?
Die had er veel Spaanse matten aan boord
En appeltjes van Oranje!
Refrein:
Piet Hein, Piet Hein, Piet Hein
Zijn naam is klein,
Zijn daden bennen groot:
Die heeft gewonnen de Zilvervloot!
Zei toen niet Piet Hein, met een aalwarig woord:
'Wel jongetjes van…
Doods geluk (1686)
poëzie
3.9 met 44 stemmen
4.827 Die overlydt, is over lyden;
En vreest men noch voor overlyden?
Moderne versie:
Die overlijdt, is over lijden.
En vrezen wij nog te overlijden?…
Een karretje op een zandweg reed
poëzie
4.2 met 88 stemmen
11.750 Een karretje op een zandweg reed;
De maan scheen helder, de weg was breed,
Het paardje liep met lusten;
('k Wed, dat het zelf zijn weg wel vindt:)
De voerman lei te rusten...
Ik wens je wèl-thuis, me-vrind!
Een karretje reed langs Berg en Dal;
De nacht was donker, de weg was smal,
Het paard liep als met vleugels;
(De sneeuwjacht…
Hij ligt er nog, de steen
poëzie
3.2 met 9 stemmen
1.290 Hij ligt er nog, de steen: een jaar geleden
Heb 'k zelf hem daar gelegd; en ik herken
Heel goed de plek, vlak naast die scheve den,
Waar 't zandpad, wit, loopt naar de hei beneden.
'K dacht vaag: Wat 'k doe, lijkt op wat Pharao's deden;
Eenzelfde ontzetting vroeg in mij en hen:
Alles vergaat: ben ik niet, die ik ben,
En was en blijven…
‘K BEN TEGENWOORDIG OVERROMPELD (1869)
poëzie
3.4 met 33 stemmen
2.939 'k Ben tegenwoordig overrompeld
van menig kruis en hertverdriet,
en ‘t geen mij in de ellende dompelt,
is dat niet één mijn kruisen ziet.
Ik ga mijn vrienden al te rade
die ik nog peize vriend te zijn,
en ‘k vinde niet dan ongenade,
dan hertverdriet, dan hertepijn.
Lijk eertijds Job spreek ik voorzichtig,
van al hetgene mij betreft,
maar…
Wie ziet niet soms zich liggen in de kist (1919)
poëzie
4.5 met 15 stemmen
1.394 Wie ziet niet soms zich liggen in de kist,
Geroerd, dat zoveel schoons moest ondergaan?
Wie hoort uit 't graf niet roemen, stil voldaan,
Deugden die buiten hem geen sterv'ling wist?
Wie denkt niet bij zichzelf: Wonderlijk is 't,
Dat alles dan gewoon zijn gang zal gaan,
En het heelal 't de moeite van 't bestaan
Nog waard zal vinden, als…
Klacht van de kleine Willem
poëzie
3.5 met 47 stemmen
3.415 Ach! mijn zusje is gestorven,
nog maar veertien maanden oud.
’k Zag haar dood in ’t kistje liggen:
ach wat was mijn zusje koud!
’k Riep haar toe: mijn lieve Mietje!
Mietje, Mietje! maar om niet.
Ach! hare oogjes zijn gesloten;
schreien moet ik van verdriet.
Altoos wil ik om haar treuren,
bloempjes strooien op haar graf:
Wenend aan de kusjes…