MIJN ZOON, GEEF MIJ UW HART
poëzie
4.0 met 19 stemmen
4.392 De zomernacht werd zwart,
Toen, zacht en duidlijk klonk er
Een klare stem door ‘t donker:
Mijn zoon, geef Mij uw hart!
Ik aarzelde... verward...
Was het de wind die zoefde?
En weer zei, maar bedroefder,
De stem: geef Mij uw hart!
Ik wrong mij op de grond,
Tot ik de woorden vond:
Heer, ‘t moet door U genomen!
En nog eens overviel…
Hitte
poëzie
3.3 met 10 stemmen
3.650 Hoog staat het stralend witte zonjuweel
En slaat zijn hete licht op 't land te gruis,
De zilvren vlammen laaien uit 't hemelhuis,
De barnende aarde blakert grijs en geel.
Elk buigt zijn rug onder het zware kruis
Van vlammen, een last van vuur, - het lijkt of heel
De wereld brandend draait, - de zon ziet scheel
En kookt het gulzig zweet op…
Het hondje
poëzie
3.9 met 68 stemmen
7.027 Hoe dankbaar is mijn kleine hond
Voor beentjes en wat brood!
Hij kwispelstaart, hij loopt in ’t rond,
En springt op mijnen schoot.
Míj geeft men vlees en brood en wijn,
En dikwijls lekkernij:
Maar kan een beest zo dankbaar zijn,
Wat wacht men niet van mij!…
'K weet dat vlak bij me, in 't hart van God gedoken
poëzie
3.8 met 23 stemmen
2.126 'K weet dat vlak bij me, in 't hart van God gedoken
De grote liefden van mijn leven wonen:
Daar staan ze, veilig, stil als anemonen,
Door geen orkaan van 't oppervlak gebroken.
Ik weet dat liefdewoorden, ongesproken,
Het wonder van de Godheid rijker tonen,
Dan perken van bliksemende Orionen,
Tot tijdelozen uit Zijn kiem ontloken.
Voor…
DE ZELFMOORDENAAR
poëzie
4.2 met 95 stemmen
16.023 In het diepst van het woud
- 't Was al herfst en erg koud -
Liep een heer in zijn eentje te dwalen.
Och, zijn oog zag zo dof!
En zijn goed zat zo slof!
En hij tandknerste, als was hij aan 't malen.
"Ha!" dus riep hij verwoed,
"'k Heb een adder gebroed,
Neen, erger, een draak aan mijn borst hier!"
En hij sloeg op zijn jas,
En hij trapte…
Aan een verouderend Meisje.
poëzie
3.6 met 18 stemmen
3.120 Naar Ausonius.
’k Zei duizendmaal, Lycoor, de tijd gaat vliegend om:
Besteed uw jeugd, ’t is tijd; haast naakt ons de ouderdom.
Vergeefs! gij loecht mij uit. Nu sloop om wollen sokken
De grijsheid ons op ’t lijf, en jeugd en bloei vertrokken.
Thans spijt u, dat ge een perk, u voor ’t genot vergund,
En achtloos doorgesleurd, niet weer herroepen…
AAN MIJNE VRIEND GERRIT JOAN MEIJER.
poëzie
4.0 met 1 stemmen
2.238 Bij al 't plundren, bij 't vernielen,
Bij het weiden van het zwaard,
Bij de duizenden die vielen
Door de dwingeland der aard',
Wiens gevloekte vuist niets spaart —
In dees hartverpletbre dagen,
Waar geen bloempje bloost aan 't blad,
En, in plaats der rozenvlagen,
Weemlend langs het bruiloftspad,
Merg en bloed de weg bespat —
Voegen…
Bij de kerk
poëzie
3.4 met 23 stemmen
5.531 De mensen zijn naar de kerk -
De landen liggen alleen,
Ik voel mij zo licht, zo sterk,
Zo over de velden heen!
Daarboven mij drijft een wolk
In de blauwe morgenlucht,
Beneê gaat het vlindervolk
In een wapperende vlucht,
De mensen zijn naar de kerk -
Wat is de morgen weer rijk!
Ik denk aan een heel mooi werk:
Een Maria van Van Eyck.…
RIETPLUKKEN
poëzie
3.0 met 9 stemmen
3.734 Wij moesten riet gaan plukken,
Lang riet waar wind in ritselt,
Waarvan men manden vlecht,
En mochten in een boot
’t Vijfvoudig meer bevaren,
Bereikten ’t eiland lang voor noen.
Wij lagen ’s avonds nog in ’t gras,
En hadden niet één handvol riet
Geplukt om mee naar huis te gaan.…
Toren van Babel
poëzie
3.6 met 15 stemmen
5.335 Ik zat op school en kreeg weer te horen
Dat de toren van Babel
als een ton
in duigen had moeten vallen
omdat de menselijke ziel
van de ene hoogmoed in de andere viel
‘en hoogmoed komt voor de val—’;
zij had haar grenzen niet willen bewaren,
zij had niet kunnen verkroppen
dat de toppen des heuvels onbereikbaar waren,
zij had Gods…
De gerichte wil
poëzie
4.0 met 8 stemmen
2.262 Wanneer ik stierf en zij die mij beminden
Rondom mijn baar staan en de een d'andre vraagt:
Wat had ge lief in hem: zijn menslijkheid,
Zijn dichterlijke gaaf, zijn trouw aan vrinden,
De zachtheid van een kracht die draagt en schraagt,
Of de onafhanklijkheid van zijn beleid, -
Dan hoop ik dat een zeggen zal:…
MALHEUR
poëzie
3.7 met 20 stemmen
3.834 Warme walmstal
de heer privaatdocent K.
in de zomerfriste uit Breslau
probeert of hij bij middel van een convergerend glas
zijn sigaar Uebersee Bismarck kan aansteken
Op 2 meter van de bergtop verwijderd
valt zijn hoge hoed in de afgrond
een waardevol kledingstuk voor een privaatdocent onmisbaar
wat de heer K. begrijpt
hij probeert te vatten…
Het Onze Vader
poëzie
3.0 met 30 stemmen
2.856 Onuitspreeklijk Opperwezen,
Die voor ons een Vader zijt!
U zij eeuwig lof gewijd,
Eeuwig worde Uw naam geprezen!
Al wat leeft valle U te voet,
Driemaal heilig, driemaal goed!
Kome Uw rijk, o grote Koning!
En geschiede Uw wil alom,
Boven in Uw Heiligdom,
Hier in aller mensen woning,
Tot dit aardse schaduwdal
Als Uw Hemel worden…
Altijd en overal
poëzie
3.5 met 2 stemmen
942 Schoon Lief, ik voel u overal:
In dorrer vlakten zengend branden,
In stille koelte zilter stranden,
Op hoge alp of diep in 't dal;
Ik hoor u in des bergstrooms val,
Die klatert langs de rotsge wanden,
In 't ruisen door de lage landen
Van brede vliet of beken smal.
Gij zijt de gloeinde dadenlust
Des Morgens en de koele rust…
Ik weet niet waar ik sterven zal
poëzie
4.2 met 28 stemmen
8.328 Ik weet niet waar ik sterven zal.
Ik heb de grote zee gezien aan de Zuidkust, toen ik daar was
met mijn vader om zout te maken.
Als ik sterf op de zee, en men werpt mijn lichaam in het diepe
water, zullen er haaien komen.
Ze zullen rondzwemmen om mijn lijk, en vragen: 'wie van
ons zal het lichaam verslinden, dat daar daalt in het water?'…
NACHTBLOESEMS V
poëzie
3.9 met 22 stemmen
5.486 NARCIS
Aan de boord ener beke
Zie ik leliën dromend staan,
Wijl golfjes om haar stengels
Schuimend gaan.
Een rei als van nymfen,
Die zich beuren uit de beek,
Een rei als van sneeuwwitte bruidjes
Zo kuis, zo bleek.
En in heur midden heft zich
Een enkele narcis,…
Gemakklijk lig ik in mijn leuningstoel
poëzie
3.8 met 6 stemmen
2.353 Gemakk'lijk lig ik in mijn leuningstoel
naast 't rode pluche van zonnig tafelkleed;
Plancks quantenleer zou 'k lezen, maar 'k vergeet
van mijn hier-zijn 't hoogst wetenschpp'lijk doel:
want 'k zie een tulpenveld, vol gekrioel
van lichte en donkre vlammen; eer ik 't weet,
silhouetteert mijn hand een haas, die eet
met mumm'lend mondje…
PERELS
poëzie
3.7 met 11 stemmen
3.828 Nog eer de blâren schieten,
in ’t hofbeluik,
hoe geren zie ’k uw sprieten,
o perenstruik;
hoe geren zie ’k uw takken,
vol blommen staan,
vol perels, al in pakken
eer ze opengaan!
En mochte ik maar, zo even,
door Gods beschik,
u, perentakken geven
nen tovertik;
’t en zou geen pere krommen
uw hout, voortaan:
veel liever zie ’k de blommen…
De liefste last
poëzie
3.2 met 6 stemmen
1.592 Aan ene jonge moeder met haar lieveling op de arm.
Wil hij u te ontworstlen trachten -
't Springertje in zijn tweede jaar?
Vrouw, de jongen wordt te zwaar
Voor uw luttle lichaamskrachten.
Dansend op de moederarm,
Moet ge 'm torsen en bespieën;
Op en neer van moeders knieën....
Maakt hij u niet moe en warm?
Schoon ge uw antwoord niet…
Zeg het maar
poëzie
4.0 met 1 stemmen
811 Zeg het maar,
dat ik te dom ben om met je te praten,
dat je me liever naar huis zou laten;
thuis bij het aanrecht en thuis bij de wieg.
Zeg het maar, dat ik niet lieg,
je wist dat het komen zou, vroeger of later.…