5.287 resultaten.
De winter
poëzie
3.3 met 18 stemmen
3.529 Het vochtige teken
Der stortende beken
Rijst boven ons hoofd.
Nu zinken de stralen
Waar heuvels dalen
Door wierden gestoofd.
De snelheid der stromen
Begint te verlomen,
In ’t vallen gestuit
Door schuivende korsten,
Die de oevers doen dorsten
Met telgjens en kruid.
De koele Najaden
Verleren het baden,
En schuilen in ’t hout:
En ’t groeien…
VERLANGEN
poëzie
3.3 met 15 stemmen
3.815 Wat toeft gij, die in 't eenzaam duister,
Gelijk een engel voor mij zweeft!
Wat toeft gij, die me bij een zacht gefluister
Als mij bestemd verkondigd heeft!
Ik reik, van zoete waan bedrogen,
Mijne armen naar uw beeldtnis uit;
Zij deinst terug; zij is vervlogen,
En laat me alleen, der smart ten buit!
Wat toeft gij, dat een vruchtloos…
RUWRIJM
poëzie
4.3 met 15 stemmen
3.251 Het ruwrijmt, het brimmelt,
en ‘s winters geweld
heeft varings al ‘t hout in
zijn schoonheid hersteld.
Het stond daar en treuren,
van alles ontbloot;
vol deernisse, och arme, en
een beeld van de dood!
Nog maanden en dagen
zal ‘t lijen eer ‘t alom
weer licht is en leven,
en blad hier, en blom.
"‘t En zal," zei de Winter,
"‘t en…
Grafdicht
poëzie
3.6 met 23 stemmen
7.482 Op JONKVROUW
ISABELLE LE BLON.
(Overleden de 28 van Zomermaand 1636)
Wie hoor ik op mijn graf?
Gij minnaars, gaat’er af!
Wat koomt gij rouwe dragen,
En mijne dood beklagen?
Ai, staakt uw droef gesteen*!
Schept moedt, en weest tevreên,
En wenst mij niet op aarde
Bij u te zijn in waarde.
De wereld die is doch
Vol valsheid en bedrog.…
VIJF EN TWINTIG JAREN
poëzie
3.6 met 28 stemmen
6.756 EEN LIED IN 1840.
Kan het zijn dat de lier, die sinds lang niet meer ruiste,
die sinds lang tot geen harten in dichtmuziek sprak,
weer opeens van verrukking en hemellust bruiste,
en in stromende galmen het stilzwijgen brak?
Kan het zijn dat een ader, verstikt en vergeten,
schoon eens mede van jeugdige zangtonen vol,
thans opnieuw, door een…
Kennis I
poëzie
3.5 met 13 stemmen
1.970 'De dieren, onze vreugde- en leed-genoten,
Zijn onze broeders, maar niet, zoals wij,
(Daar zij ons niet beheersen kunnen) vrij;
Hun leven is, als 't onze, uit stof gesproten.
Dit weten wij, maar 't is ons niet ontsloten,
Niet of zij weten van der stof waardij.
Zij denken en herdenken; nochtans, zij
Vermogen niet, als wij, 't waaróm te ontbloten…
Niet en kan er beter passen, als dat 't samen is gewassen
poëzie
3.7 met 26 stemmen
6.272 Il n’y a que les premiers amours*
Als van twee gepaarde schelpen
D’ ene breekt, of wel verliest,
Niemand zal u kunnen helpen
Hoe men zoekt, hoe nauw men kiest
Aan een, die met effen randen
Juist op d’ ander passen zou.
D’ oudste zijn de beste panden,
Niet en gaat voor d’ eerste trouw;
D’ eerste trouw, die leert het minnen,
D’ eerste…
De koei
poëzie
3.6 met 18 stemmen
2.519 Een koei is iemand met twee oren,
En aan weerskanten een horen,
Volgens de Hollandse Naturalist Verboom
Is zij de uitvindster van de aardbeien met room.
Ook waren rundermest en rollenden
Vóór de koei heur tijd nog onbekenden.
En wat men van haar huid al niet maken kan
Ga dat maar eens te Bennebroek vragen aan "de Geleerde Man,"
Immers Dido…
Zondagmorgen
poëzie
4.2 met 11 stemmen
3.404 Vroeg in de morgen!
Hei! la li lo!
Verscheen mij de zonne
En verlichtte de ruiten,
Een vogel zong buiten,
De klokken begonnen
te luien -
Bim! bam!
Bim! bam!
Vroeg in de morgen!
Hei! la li lo!
De zondag ontwaakte,
De boerelui gingen
In de dorpskerk zingen,
Alle klokken geraakten
aan 't luien -
Bim! bam…
Ik ben mijn zonde moe en mijn berouw
poëzie
3.4 met 20 stemmen
2.887 Ik ben mijn zonde moe en mijn berouw,
Ik ben mij zelve moede en ik ben
Het zoeken moe naar God, die ik niet ken,
En die ik toch zo gaarne kennen zou.
Ik ben mijn zwakheid moe en mijn verdriet,
Mijn arbeid en mijn hoop en mijn genot,
Maar bovenal het zoeken naar mijn God!-
Ik ben het zoeken moede - maar God niet.
Hij ziet en kent mijn zonde…
Winter-stad
poëzie
3.6 met 21 stemmen
2.622 In het koele gouden bad
Van het fijne winterlicht
Rijst de grote mensenstad
Tot een droomvervlucht gezicht:
- Al de gangen, al de zalen
- Waar de ziel in droom mag dwalen.
Boven glansgewassen pleinen
Waar de stille mensen lopen,
Juichen klokken uit haar open
Torens zuiver door de reine
- Luchten naar verrukte dromer
- Al de hartstocht van…
De naarstigheid
poëzie
2.8 met 18 stemmen
4.812 Des morgens lang te slapen,
Te geeuwen en te gapen,
Staat lelijk voor een kind.
Die altoos veel moet snappen
En zotte taal wil klappen,
Ziet zelden zich bemind.
Zou ik mijn tijd besteden
Aan duizend nietigheden?
'k Heb daar geen voordeel van.
Mijn lessen wil ik leren,
Mijn meesters zal ik eren,
Dan word ik haast een man*.
* Meisjes…
Klachten des Poëets
poëzie
4.0 met 14 stemmen
4.029 Wat ramp, wat ongeluk plaagt nog mijn grijze haren!
Wat schande moet mij nog, eilacy! wedervaren!
Wat droefheid, wat verdriet, wat leed komt mij nog aan,
In dees mijn wintertijd, die haast zou zijn gedaan!
Wanneer ik overdenk èn ’tgeen ik was vóór dezen,
En wat ik, tot mijn smaad, moet tegenwoordig wezen;
Wanneer ik mij bezie in dees mijn hoogste…
EENZAAM OM MIJ ALLENTWEGEN
poëzie
3.4 met 14 stemmen
2.981 Eenzaam om mij, allentwegen,
is 't; geen mense en hore ik meer;
helder blinkt mijn ogen tegen,
hemelvast, het sterrenheer*.
Alles rust en niets en roert er,
in 't vereende* van de nacht:
wat ontwekt of wat ontvoert er
dan zo schielijk mijn gedacht?
'k Hore een wisse* tale spreken,
uit het eenzaam stergebied;…
Bij de Jaarverwisseling.
poëzie
3.2 met 13 stemmen
3.441 Schep mij een nieuw harte, o God!
DE PSALMIST.
Hoe vlieden, hoe jagen
De rollende dagen
In wisslende vlagen
Van zoetheên en plagen,
Van smart en genot?
Van smarte
Voor ’t harte
bij ’t wereldse lot!
Van zwoegen
Bij ’t ploegen,
Door de uitkomst bespot! —
Maar blijdschap in ’t streven
Naar 't hogere leven,
Verenigd met God!
o Vloeit…
Mijn grijze tintelreine
poëzie
3.3 met 21 stemmen
3.010 Mijn grijze tintelreine
mijn witte strelefijne
met hoog van omhoog gezwier
van uw handekens, schier
het vlerkegezwaai van vogeltjes,
het omkomen van wiekmolentjes,
ze veren zo fraai door de lucht,
mijn oor hoort geheel geen gerucht,
en uw wangen glijden aan
en uw lippen staan saam aan
beweegloos rood
en in eens daar vlood
een…
Aan Jacob Cats
poëzie
3.3 met 15 stemmen
3.816 U klinkt mijn cither, Hollands bard!
Wiens werk de tand der tijden tart,
O Bron van zoveel schats!
Wie Neêrlands volk zo mint en roemt
En met de naam van Vader noemt,
Terecht, o Jacob Cats!
Gij Vondel, Bredero en Hooft
Waart niet van dichtgenie beroofd,
Dat ziet men aan 't debiet!
En gij ook, Bellamy en Poot
Waart lang niet van talent…
EN DURFT GIJ MIJ
poëzie
3.2 met 19 stemmen
3.687 En durft gij mij van dichten spreken,
die nimmer zijt in staat
twee reken*
te rijmen dat het gaat!
Het dichten is van God gegeven,
maar niet aan elk ende een
in ‘t leven;
de kunste is niet gemeen*.
Laat bloeien al die roos mag wezen,
spruit helder, zijt gij bron*;
maar dezen
die* ton zijn blijven ton!
De miere en zal geen peerd heur…
IN EENZAAMHEID.
poëzie
2.9 met 24 stemmen
3.821 In eenzaamheid, gedenk ik aan mijn Vader,
Mijns Vaders eenzaamheid,
Sinds Moeder is ter rust geleid,
En hem een dienstmaagd blijft, en niemand nader.
Veel kindren heeft hij, maar die op hun beurt
Reeds vaders zijn en moeders.
Nog eens verenen zich de broeders
En zusters om die doodbaar, zo betreurd.
Dan gaan ze uiteen. Elk vindt zijn lieve…
Ik zat aan 't roer
poëzie
3.7 met 15 stemmen
2.062 Ik zat aan 't roer; jouw half blote armen roeiden;
Door verre rietkrans zwierf karkietgeroep.-
De plantjes zag 'k door 't meer - reusacht'ge loup -
Die ginds in licht als van Davinci groeiden.
'K zag, hoe diep onder mij, boven een groep
Van avondwolken, die roodvlokkig gloeiden,
Blauw op oranje, twee libellen stoeiden,
Aëroplanen, scheen…