Netgedichten

netgedicht (nr. 64.389):

Variaties op honden

Op een Hazewind

Vertrouwelijk sprak een hazewind:
“Wat ik heel erg leuk aan hazen vind
Is, dat ze knus onder het praten,
Lekkere hazenwinden laten!”

Op een Hazewindhond

Een hazewindhond uit Woubrugge
Staat daar bekend als hele vlugge.
Zijn vader heeft met brute kracht
Hem in zijn jeugd dit bijgebracht
Door elke week te Hazerswoude
Een grote hazenjacht te houden.
“Zorg steeds”, sprak papa Hazewind,
“Dat je van alle hazen wint!”
Zoonlief kreeg lof wanneer de jacht
Door hem succesvol werd volbracht,
Maar kreeg, wanneer hij had verloren,
Ook prompt de hazewind van voren.

Op een Keeshond

Een ouderloze Weesper Kees
Sprak: “Als ik zo die boeken lees
Van professor G. Van Heezen
Over depressieve wezen,
Dan ben ik er nu zo slecht aan toe
Door de mores van mijn pa en moe:
Want hun plat en schaamteloos gekees,
Maakte mij tot wezenloze kees!”

Op een Pitbull

Een pitbull hield te Amersfoort,
Een lezing over volk'renmoord.
“Ons hele volk”, sprak hij vermoeid,
“Wordt stelselmatig uitgeroeid.
Alleen om dat een pitbull (shit!)
Geboren wordt met zo'n boel pit.”

Op een Poedel

Een zwarte Franse poedel die
Vaak badderde in Overschie
Verwierf daar onlangs heel veel stemmen
Door met haar zus synchroon te zwemmen
En kreeg meteen als eerbewijs-
Dat spreekt vanzelf- de poedelprijs

Op een Taks

Een taks, een oude ruig behaarde,
Zat in een taxi naar Oud Naarden
Trots sprak hij: “Als allereerste hond,
Reisde ik geheel Europa rond.
Zelfs in Brussel ben ik nu beroemd;
Daar word ik de euro taks genoemd.”