GEEN KOFFIELEUT
's Ochtends na een leutig Carnavalsfeest,
schrik ik wakker van een grote oerknal,
met de geur van bedorven gehaktbal,
maar van de producent schrik ik het meest.
In zijn adamskostuum ligt daar een vent,
met alleen z'n narrenmuts nog maar op.
Zelfs slapende trekt hij een gekke kop.
Hoe hij hier komt dat is me onbekend.
Dan gaat er een belletje rinkelen.
Hij ontwaakt met een naar bier stinkende boer.
Gisterenavond vond ik hem nog stoer,
maar nu wil ik hem buiten kinkelen.
Ik zeg hem: 'Trek je lolbroek maar snel aan.'
Nu is hij nogal narrig weggegaan!
Biografie van deze schrijverGeplaatst in de categorie: humor
Carnaval 3.0 met 7 stemmen 
232
232
Geef je reactie op deze inzending:
ben mantelzorg aan het verrichten.
Maar ik ben deze site zeker niet vergeten,
laat spoedig weer wat van mij weten.
Tot schrijfs!
't Is wennen in de nieuwe status quo
Ik cogito, en sum mijn existentie
We leven in een andere dimensie
De paden op, met twee de lanen in
En stiekem, ongezien de struiken in
Ge weet, de lente heeft haar eigen wetten
De grond wordt heet, 'k ga er een punt aan zetten...
Au revoir, tot ziens & see you later
Maar hou wel afstand: anderhalve meter.
van u, Rebelle schrijfgek,
zij is niet eens rebels of gek
maar schrijft en laat niet eens verstek gaan in de adellijke kringen
U doopt uw veer in naakte tinten
van uw tekeningen
schuinsmarcherend op een scheve schaats naar Scheveningen
voorwaar, daarin herken ik u
als mijn bloedeigen nicht!
Enfin, u weet het, niet vergeten
even veertig etmalen
geen eetmalen, maar vasten
en niet naar Lombardije
naar san Marco of van basten rije
onthoud u, ook in Reymerswael
van elk soort familiael onthael
En volgend jaar op carnavale
kom ik u met de postkoets hale
voor nu zeg ik u à bientôt,
een groet van Zweymeltael,
van Beau
had daartoe de beste reden.
Volgend jaar hang ik gewoon weer aan de bar,
maar dan zonder de nar.
Dan moet de prins eraan geloven,
zo kom ik deze nachtmerrie te boven!
sta mij toe hier een regel te wijden
aan die praalwagenstastok uit Leyden
Als u hem te grazen nam, wie leed dan 't meest
door de kegel van 't lolbroekig carnavalsbeest,
gans naakt liggend onder uw duster?