Liedje over ’n dun mannetje

Hij loopt de kamer binnen met zijn potlood in de hand,
hij ziet iemand naakt staan en zegt, “Wie is die man?”
Hij doet zo z’n best met z’n beperkte verstand
om te bedenken wat te zeggen als hij thuiskomt.
Want hier staat iets te gebeuren, maar hij heeft nog geen idee wat.
Toch, Heer van der Struik?

Hij steekt z’n nek uit en hij vraagt, “Is dit waar het is?”
Iemand wijst hem aan en zegt, “Tis van hem”
En hij zegt, “Wat dan?”, en iemand anders, “Wat is dit?”
En hij zegt, “Sjeezus, waarvoor word ik hier gebruikt?”
Maar er staat iets te gebeuren, maar hij heeft geen flauw idee wat.
Toch, Heer van der Struik?

Hij laat z’n ticket scannen en gaat kijken naar de gek,
die direct op hem afkomt als hij zijn jas uittrekt,
en zegt, “Hoe is dat nou om te leven als een gek?”
En hij zegt, “Onmogelijk!”, dan krijgt hij een pruik.
En hier staat iets te gebeuren, maar hij heeft nog steeds geen idee wat.
Toch, Heer van der Struik?

Hij heeft vele contacten onder autodidacten
om de feiten te kennen als iemand zijn fantasie wil ontkennen.
Maar men heeft geen respect, hoe dan ook wordt er gecheckt
of je wel ’n cheque uitschreef voor aftrekbare organisaties.
Tuurlijk, je sprak met professoren en ze zagen het wel zitten met je,
met de advocaten vocht je over kwallen en ballen een robbertje,
van F. Scott Fitzgerald las je alles in je kleine flatje,
dat je zeer belezen bent is van een afstandje te ruiken.
En hier staat iets te gebeuren, maar hij heeft absoluut geen idee wat.
Toch, Heer van der Struik?

De degenslikker loopt naar hem toe en gaat op zijn knieën,
hij slaat een degelijk kruisje en klikt op z’n hoge hielen,
zonder verdere aankondiging vraagt hij wat hem deed bezielen
zijn strot uit te lenen, “Maar bedankt dat ik het mocht gebruiken”
En hij weet dat er iets gebeuren gaat, maar hij heeft geen enkel idee wat.
Toch, Heer van der Struik?

Dan ziet hij een klein mens met één oog keihard schreeuwen, “Nu”
En hij zegt, “Waarom is dat”?”, en dat mens zegt, “Hoe”
En hij zegt, “Wat betekent dat?”, dit mens schreeuwt, “Jij bent een koe!
Geef mij je melk, of ga snel naar huis”
En hier staat iets te gebeuren, maar hij heeft geen idee meer wat.
Toch, Heer van der Struik?

Dus loopt hij de kamer in als een kameel, zoals hij ook fronst,
hij stopt zijn ogen in zijn zak en zijn neus op de grond,
er zou een wet moeten komen zodat hij hier niet meer komt,
we willen liever dat hij een koptelefoon gebruikt.
Want er staat iets te gebeuren, maar hij heeft geen idee wat.
Toch, Heer van der Struik?