galg
de hitte deint door het dorp
een kindse rechter pulkt aan de prop in zijn oren
hij wijst en tikt op een vuistdik strafblad
ik geeuw in de beklaagdenbank
wil het gehakkel van mijn raadsheer niet horen
een pleidooi als één lange wanklank
de hamerslag galmt door de zaal
ik sta al geblinddoekt, geboeid op een valluik
met een vod tussen de tanden
een kruimeldief in een gestreept pak
bloed stolt in de striemen van mijn polsen
de beul smaalt onder zijn kap
in een zure walm van okselzweet
legt hij een lus om mijn nek
de strop trekt strakker
rondom dromt kermisvolk samen
ze lallen en lachen aan één stuk door
ik hoor nog net scharnieren schuren
mijn val door het trillend touw gebroken
de wervels knakken
afkerig gluren ze door hun vingers
naar een lamme, bengelende ledenpop
Geplaatst in de categorie: misdaad