samen in de pruimentijd
gestadig dreven wij onverdroten
over van kroos vergeven sloten
de schaamte was allang voorbij
toen jij mij hees begerig zei
boom voort wat sneller graag
de pruimen die gaan nu komen
die blauwe weet je nog wel slome
hangen er te grijp en lekker laag
ze had gelijk maar ze waren geel
mooi doorrijpt voor maag en darm
hollands medicijn voor rijk en arm
sapte als ambrosia door onze keel
steeds roeriger vulden de mirabellen
mijn roer stond recht in het wilde sop
jij noemde mij al zuigend kapitein rob
terwijl we de pitten nog wilden tellen
Geplaatst in de categorie: kinderen