speekselvloed
na een broeierige treinreis
blootsvoets in mul zand
in een nevelwolk van gekrijs
verdwaalpaal en pier en dijk
verdubbelen door de honger
we waden door een zilt rijk
weg naar het terras in de duinen
olijfbomen en dwergpalmen in een kleipot
de geur van gestoofde ajuinen
een parasol overkoepelt de tafel
we zinken in een kuipstoel
in een ovaal van lauwe schaduw
slagroomwafel in een ooghoek
jonge, broze, witte wijn breng ik naar de lippen
kraakverse garnalen en zeeslakken op een zilverschaal
verstrooien de vingers, vertroetelen het verhemelte
in een sluimerroes zie ik zeepaarden met gele stippen
jij slurpt de rauwe oester
asperges met snippers gerookte paling
geroosterde kreeft met lookboter
gaan van bord naar vork naar tong
in mijn maag jubelt de wolf die ik koester
Geplaatst in de categorie: feest