inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 13.501):

Requiem voor Thisbé

I
Hoe treurig blijkt een liefde als het plots ontvalt
aan twee geliefden die elkaar zijn voorbestemd,
wanneer het lot voltrekt en wreed de kaken klemt,
waarmee het elke kans tot nietig klein versmalt?

Hoe treurig blijkt het leven door de dood geremd,
die woest om elke ademteug de vuisten balt,
en van de hoogste toppen in de diepten valt,
aldaar hartstochtelijk beminnen heeft getemd?

II
Het noodlottige uiteinde heeft ons als paar
uiteen gerukt ons beider steile weg te gaan.
Het schenkt ons thans een pad van lijdend voortbestaan,
van duizend nachten wakend aan uw blanke baar.

Het noodlottige uiteinde heeft afgedaan
aan alle plaatsen op de ganse aarde, waar
wij teder onze monden lieten kruisen daar
het ons zo onverwachts deed achteroverslaan .

III
Beween mij niet om al mijn droeve zielensmart.
Maar wacht op mij daar aan de oever na uw vaart.
Want is de ware liefde niet het wachten waard.
En heeft het lot ons niet al veel te lang getart.

Beween mij niet om deze laatste bedevaart,
waar door voorzienigheid beschikt mee is gestart,
dat sinds die dag de hemel kleurt met bloedend zwart
En doet vermoeden dat de lucht nu nimmer klaart.

Beween mij niet, maar zie de list waarmee mijn zicht
Vertroebeld als in dichte mist ontnomen werd,
waardoor ik minder scherp, diffuus en niet alert
mijn blik liet rusten op het valse feit gericht.

Beween mij niet. Beween het fatum dat apert
de nauwe scheur in onze muur weer heeft gedicht,
ons vuig de ogen afwend van het felle licht
en nu ook elke kans op samenzijn verspert.


IV
Ik dank u thans voor elke stille ademtocht
door onze monden minzaam zoekende gedeeld,
de wonden die door handoplegging zijn geheeld,
het huid op huid dat smachtend slechts verlossing zocht.

Ik dank u voor uw vingertoppen en het beeld
dat zich zo diep in mijn geheugen kerven mocht,
zich als een rozenstruik rond heel mijn wezen vlocht
en mij zelfs nu nog lyrisch voor de ogen speelt.

Ik dank u voor de gouden greep van uw gevang,
dat als gesponnen suiker langs mijn zinnen slaat,
de zoete honing die ik rechtstreeks van de raat
mocht proeven en waar ik nu immer naar verlang.

Ik dank u voor de cel waarin u mij nu laat,
waar ik nu elke muur zorgvuldig van behang
met zinnenbeelden die ik uit de dromen vang,
die komen vlak voordat mijn geest ’s nachts slapen gaat.

Ik dank u lieve Thisbé, voor het minnespel,
waarbinnen mij uw hartstocht aan de voeten lag
en ik in elke streling duizend kleuren zag,
die om ons wentelde gelijk een carrousel.

Ik dank u lieve Thisbé, voor uw gulle lach,
die schalks het trillen deed ontstaan in elke cel.
Ik zal u nooit vergeten; u was mijn gezel,
die mij getrouw steeds bijstond tot de laatste dag.


Zie ook: http://www.gino-morelli.nl

Schrijver: Gino Morelli, 30 november 2006


Geplaatst in de categorie: liefde

4.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 465

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)