Januari
Zware gedachten van eindejaarsnachten
liggen broeierig aan mijn voeten, in het dal
van koks en kopers.
De stad slaapt als een hond met kiespijn,
ligt te bibberen in haar eigen zweet,
mist hult haar in vochtige duisternis.
Wolken zinken als uitgetelde wolven,
klotsen krachteloos de bebouwde krater binnen.
De stofzuiger is voorbij, de kosmos helderdiep
blauw en blinkend ontvouwt ze zich aan mij
-van licht heb niet alleen ik geen last.
Boomgaarden heropenen hun blad
bassen ter ere van goedertieren hoop een lied
aan hun voeten ligt de kosmos het bos leeft
op, niet meer, nog hogerop, daar
plakt het de sterren vast voor nog een jaar
en geeft zweverige zoenen aan
de rokende daken onderaan
de stad, geen kat ziet dat
er iets gebeurt, men denkt het
regent buiten, we kennen dat geluid.
Ze blijven binnen. De pakjes zijn
op, zij het leven moe en zwak.
Aan hun voeten slaapt enkel
een hond met kiespijn.
Geplaatst in de categorie: jaargetijden