Zwangerschapsonderbreking
Hoogzwanger aan tafel gezeten
zat Jo zure bommen te eten.
Ze bleef aan het proppen.
Tot slot moest ze stoppen,
daar zij zich bomvol had gevreten.
Toen liep ze op water. 't Was wagen:
het ijs was te dun om te dragen.
Het was ook geen wonder:
ze ging kopje onder.
Toch liep ze nog! (Op alle dagen.)
Het was dan ook echt van de mallen.
Het ijs was met enkele knallen
gebroken na 't vriezen
en tevens d'r vliezen:
Ze is onder water bevallen.
D'r man stond erbij. Hij was wijs, want
ze werden gered door z'n bijstand
en waren gauw droog,
want het haardvuur stond hoog
en ze noemden de boreling IJsbrand.
Geplaatst in de categorie: limerick