Herbergierig
Z'n herberg deed 'm bijna armoe lijden:
hij had twee kamers en een magazijn.
Het rendement was als de herberg: klein.
Hij dacht daarom de zaak maar uit te breiden.
Hij leende geld en droomde al van goud.
Bezwaarloos kreeg hij bij z'n bank krediet.
(Een crisis was er in die tijd nog niet.)
Twee nieuwe vleugels werden aangebouwd,
Het werd een grand hotel, bijzonder groot,
maar niet zo knus en gasten bleven weg.
Zo kwam de man in financiële nood.
Hij voelde zich nu door de bank genomen
en ondanks nieuwe vleugels - wát een pech! -
is zijn hotel niet van de grond gekomen.
Geplaatst in de categorie: lightverse