De macht van metaforen
Mijn hart klopt voor jou,
Denk ik. Dáar huist het gevoel,
Zegt men. Men meent men verbeeldt.
(Ik overdenk een gevoel en ik voel
een gedachte: ik vind een gedicht.)
Verliefdheid zit in je buik,
Vlinderlicht, en vlinders doen maar
Ze denken niet. Ze vliegen hoog
Op tere, veerloze vleugels,
Ze zijn weerloos, en ver is hun vlucht.
Ze vergeten, nee weten niet dat ze ooit
Een trage lage rups waren.
Je hebt me geboeid met je zinnen,
Je spreekt tot mijn verbeelding.
Ik zie je voel je zo graag.
Ik ken je zo graag, weet je,
Ik heb je naar hartelust lief.
Vreemd toch, die taal, die spraak,
Zo vaak zo boeiend in beelden.
Ik voel m’n ogen gloeien, zien,
Span m’n hartspier, m’n borstspier.
Maar ik weet diep in m’n hersens:
M’n hart zit in m’n hoofd…
M’n hoofd dat bonst door jou –
‘k Heb toch gevoel in m’n kop.
En ik weet ik denk en denk en denk
Tot het klopt.
Geplaatst in de categorie: taal