Psalterfles
Druppelend uit de psalterfles
in de glazen kelk van wansmaak met
frygische klaterdroppen: “Ik les
met vloeibaar klatergoud uw dorst.”
De goudglanspendel wiegde ik in ’t glas, alsof
ik woog: welk maakt kans, het
(‘k peinsde lang van zoete klank) nemen of
niet nemen? Nu heb ik het gemorst.
Geplaatst in de categorie: overig