inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 27.306):

Zomerversjes

1.
In de polder
hoor je veel holderdebolder,
waarbij je haast vergeet
dat het slechts de kat is op zolder.

2.
De krokodil huilde
tranen met tuiten en
kwam niet tot bedaren,
maar iedereen bleef denken
dat het krokodillentranen waren.

3.
Vandaag was
de leugen langzaam
als de klok van Arnemuiden
want de waarheid
had vakantie en verbleef
liever in het Zuiden.

4.
Dat gebraden hanen
kunnen vliegen
geloof ik eigenlijk niet,
dus als ik ze met z'n allen
zie fladderen over het plein,
dan denk ik dat ze liegen,
dat ze gebraden zijn.

5.
Dagen en nachten
liggen wachten
op die reddende engel,
maar al wat verscheen
was een bengel.

6.
Het gegeven paard des levens
heb ik even in de bek gekeken.
Het was een kleine gok
en ik moet erkennen dat ik schrok.

7.
Wie z'n gat verbrandt,
moet op de blaren zitten,
maar wie het in z'n rug heeft,
moet vooral niet spitten.

8.
Een dooie mus
moet je wel even
in de vriezer gooien,
en wees dan snel blij,
voor je 'm laat ontdooien.

Schrijver: cornelis van zwaanshoek, 3 augustus 2009


Geplaatst in de categorie: humor

3.0 met 7 stemmen aantal keer bekeken 652

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)