Jawel wacht je voor poetsijs
Klappend en klunend naar Zuidwouw
ijselijk aangeblazen in bitt're kou
steeds bij takken
rijdt hij om wakken
bij scheuren ligt-ie dubbel in 'n vouw
Lijkt zijn snikkel tot Purmerend
in wikkels watten een gruwlijk end
zo houdt in storm
de bikkel juist vorm
een scheve schaats is 't spul gewend
Gabber let op men jaagt bij Watervang
rijders steeds met spiegelijs op stang
je zakt gestreeld
bedrieglijk uit beeld
de plomp in onder Westfries gezang
Geplaatst in de categorie: limerick