Heksenjachtslot
Ik zag, dat een zwoeger in Vlijmen
gebukt onder hout ging. Hij zei me:
'Ik trek door het land
en steek heksen in brand.
Ik heb altijd een brandstapel bij me.'
Ik zei toen, dat die niet bestonden,
waardoor hij zo op werd gewonden,
dat ik werd verrast,
want hij pakte me vast
en ik werd op z'n stapel gebonden.
Het was in een heel rustig buurtje.
Geslagen leek mijn laatste uurtje.
Hij zei: 'Tot m'n spijt
ben 'k m'n lucifers kwijt,
maar voor mij hebt u vast wel vuurtje.'
Ik zei, da'k gestopt was met roken.
Van woede begon-ie te koken.
Ik voelde z'n hitte
en staakte het pitten.
'k Was blij, da'k op tijd was ontloken.
Geplaatst in de categorie: limerick