inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 36.598):

Oerdrift

Toen de vent, die niet in was te tomen,
een vrouwenverblijf vond in Rome,
bemerkte hij ras,
dat-ie weg moest. Hij was
in een blijf-van-m'n-lijfhuis gekomen.

Omdat het de kerel niet zinde,
dat vrouwen hem daar niet beminden,
verliet hij het vlot
en probeerde genot
in een kom-aan-m'n-lijfhuis te vinden.

'Hier prikkelt men gaarne m'n zinnen,'
zo dacht-ie, 'het spel kan beginnen,
want in dit gebouw
vind ik vast wel een vrouw.'
- En hij ging door een zijdeur naar binnen.

Er waren slechts vrouwenvertrekken.
Hij dacht: 'Ik kom hier aan m'n trekken.'
- Wat echter niet kon:
elke vrouw bleek een non
en hij moest van die vrouwen vertrekken.

In een kroeg wou de vent zich bezatten.
Een vrouw, die hij wilde omvatten,
verzette zich niet.
't Was een prettige griet.
Hij ontwaakte. Z'n droom was een natte.

Schrijver: Aubrey, 19 december 2010


Geplaatst in de categorie: limerick

2.0 met 5 stemmen aantal keer bekeken 151

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)