Klein en groot
We groeiden in onze moeder
die vol werd van ons
Moeder en kind vormen
hun eigen wereldbol
We waren nog klein toen
onze ogen al veel zagen
We liepen vlug vol en leeg
opgaande in de wereld
Enkel zijnde
ontdekten we veel
Vingertjes speelden met teentjes
alsof ze protolego waren
Eens waren we alles
doordat we nog niet wisten
dat we alleen niets waren
Een lijfje werd lijf
De hele wereld kromp tot ego
Van geheel word je tot
fragment geanalyseerd
Van stempelloos middelpunt
werden we alledaags bestempeld
Maar toen we nog klein waren
vormden we de hele wereld
Onbewust hebben we zoveel
dat we bewust vergeten
Alles wat we benoemen
leeft ook zonder naam
Ooit waren we de wereld
zonder hem te noemen
Een pars pro toto is ook een geheel
Het kleine is onnoemelijk veel
Geplaatst in de categorie: individu