Rijk

Naar vier kanten kijk ik
op ‘t uitzicht in mijn kamer:
richting keuken drie boeketten,
naar de muur toe schilderingen
familiefoto's bank,
richting tuin op groen
gekleurd de kaktusjes in vensterbank

En zicht nog op verjaardag
gisteren, in een fluisterboot
die langzaam onder wolken
waaiend wilgenblad bewoog
en kreupelhout,
glijend op een stille plas
familie, vrienden aan weerskant
op de banken die met kussen
tegenover mij ‘t jong gezin
met kind geklampt aan pap,
omdat ze ‘t koud
ze kijkt me treurig aan,
en naar ieder die al oud
voor haar, zij nog maar acht jaar
wij spiegelen ons in haar, zij wordt omgord door kleren, vaders zorg
tussen mijn dochters lieve lach en wapp’rend haar
De wind waait petten af,
de gids vertelt ons ‘t ontstaan
van deze plas, de otters en de bevers
hoe diep het water, zestien meters
de witte wolken in de blauwe lucht
de zilverreiger, aalscholver, de zwaan,
ze zitten doodstil,
vliegen ineens van ons vandaan
iemand is een vogelaar
onder een brug door gaat het,
de hoofden omgevouwen houen
en zoveel tegenwind
dat ‘t bootje zwaar
zonder ons omkeert maar
we stappen op het gras
kijken door een stam waaruit een hart
en maken foto's
iemand raapt de kersen
die vol sap en zoet
we komen langs een bekken
waar otter uit ‘t water
kuiken hapt uit voederbak
uit zijn bek bung’len pootjes

naar al dat uitzicht kijk ik
hier, nog steeds vanuit
mijn stoel en plek

Mooi samenzijn

• 1
• 2
• 3
• 4
• 5

2.0 met 1 stemmen 213