inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten

netgedicht (nr. 84.824):

Geenigma

Prozaïsche beuzelarijen
op ten cc sterk water gezet

doorstaan hier niet
de toetssteen
der guru's en heilige
zegepralende redemeesters
normaliter

op de elitair
vocaliserende volièrezangers
en franse l de behangers na

althans wat deze
matineuze jongeheer betreft

zolang duimelottina
j ganzen geen roet
in de dagelijkse
portie poëzy slamt

Tot zover

zie ik geen ster

maar een ufovuurbal
aan het firmament

... Wel of geen satironisch enigma,
dit merkwaardig hoppenbrouwsel,
na zeven nachtelijke droomstonden onderhuids stekelend opperhuids jeukend... ...

Schrijver: Zweymeltael van Beau
Inzender: Beau, 20 februari 2025


Geplaatst in de categorie: humor

2.2 met 4 stemmen aantal keer bekeken 174

Er zijn 2 reacties op deze inzending:

Zweymeltael van Beau, 2 maand geleden
Jawel zeeker en gewis,
heer of mevrouw Rens(ke?),
Het is inderdaad, hoe ge het ook wendt of keert,
een alleszins merkwaardig hoppenbrouwsel, dit onderhuids steekelend opperhuids jeukend heekelversch...

daar dient ondergeteekende Beau de Geenestet evenwel onmiddellijk aan toe te voegen dat dit satironisch wansmaaksel onverwijld en zonder tussenkomst van de wachtkamersuppoost te Utrecht Centraal zoo in eenen vantusschen de ooren op de rails is gesmeeten, zonder omkijken of afscheidskus...

en dat alles, let wel, in slechts één kwartier na zijn buitenaardsche nachtelijke droomstonden buiten de echtelijke sponde...

Beau

PS: mede namens mijn virtueele reisgenoot
(wherever she may be)
mijn welgemeende dank
voor de dbnl-quoot!
R.E.N.S., 2 maand geleden
'Humor en satire volgen de menschelijke beschaving op den voet. Iedere phase in de cultureele en politieke ontwikkeling der menschheid ziet men weerspiegeld zoowel in klassiek geworden humoristische en satirische prozaschriften en verzen van dikwijls groote schoonheid, als in ephemerische pamfletten en hekeldichten die met hun soms grof-hatelijken of zouteloozen, sterk tendentieuzen inhoud en kunstloozen vorm weinig met de litteratuur en niets met den humor hebben uit te staan. Naast die motieven, aan zoo'n bepaalde periode ontleend, klinken altijd weer dezelfde overoude themata op van menschelijke ijdelheid, hebzucht, heerschzucht en dwaasheid en telkens ook hoort men den humortoon, die getuigt van dieper ontroering om de klove die daar gaapt tusschen 's menschen idealen en de werkelijkheid!'
(bron: www.dbnl.org)

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)