inloggen
voeg je netgedicht toe

Netgedichten over psychologie

Laatst toegevoegde netgedicht (nr. 4.316):

Alles Rijmt Wanneer Je Achteruit Je Boek Gaat Lezen

============
==================
ik tekende paarden, steeds weer paarden,
die dezelfde kant op rijden.
in het patroon van het tafelzeil
zie ik alles wat bestaat
door een manier van kijken

en er was warmte en geluk
mijn moeder strijkt de overalls, blauwgelapt,
met boerenbonte boetepleisters
de kachel likt de kolenkit,
houd hem in de gaten!
de lucht van aangebrand laurier
stroomstootjes van Philips
goed geaard is niemand hier.

dát is mijn foto van geluk
moeder is dood.
in mijn hoofd leeft zij
nog, kreukloos alsof zij
nooit veroudert.

dan hier en daar een korte flits
- slordig met geluk -
is het genoeg om één heel leven
op te draaien?

zij kocht voor mij drop,
de BoBo en een geweer van echt metaal.

oma speelde Sinterklaas, ik moest vertalen
voor de Amerikaan die bloosde als een kind,
verre voorouders zocht.
en zij was helemaal verliefd,
en ik wist dat
iedereen heel gek doet,
bij een laatste kans.

ik zag het allemaal:
begrijpen is geen redding,
begrijpen is slechts zien
hoe machteloos men is.

mijn oom gooit een pepermunt naar de hond.
'moet je kijken,' lachte hij,
en de hond trok gekke bekken, alsof hij
op TV was en kon lachen om zichzelf;
of een grap vertelde over katten,
of hoe kort het leven is,
door de tijd zelf, beetgenomen.

en Dokter Moerman moest
mijn opa’s leven rekken,
maar hij werd er alleen maar mager van,
tot hij precies paste in zijn kist,
alsof de dood hem op maat had gesneden.

de aarde
de koeien
de wind, de regen de vorst

en de klei, altijd de klei:
's zomers licht als stof,
waartoe wij wederkeren
in het najaar zwaar als schuld,
ploegen wieden oogsten, repeat—
de eentonige dreun van het platteland.

dit land is niet mijn land,
het drukt en het zuigt je vast:
vol en rul, en zwaar en zwart,
grijs en groen en grauw.

men vindt schelpen hier en daar:
de zee komt terug, dat is
wat ze willen zeggen, en terecht,
een varkenskaak wat schrikken doet,
maar heel grappig is
in de zakdoek, dat wordt het lachen
geblazen.

in de bijbel wordt er
aan land- en tuinbouw gedaan,
daarom kan de boer Zijn evangelie
van nature goed begrijpen.

domineeshandjes, dropveters,
hamers klinken, sikkels blinken, gezangen,
berijmd nog wel, en al,
wie kent ze niet.
en vandaar dat ik het gevoel
voor taal kreeg, want zelfs geen TV of Malle Pietje
te zien. elk dorp had een Malle Pietje,
soms wel twee, nooit getrouwd, en dat is raar.

huisvrouwen giechelen van plezier
voor het wilde dier
dat komt als de maan
achter wolken jaagt,
en er dingen gebeuren,
zondig tot en met.

ik zelf zag bepaalde
zonden door de vingers:
hoe moet je anders rondkomen
met het leven?

en valt het u niet op
dat ik het weinig over broertjes heb?
(als je de oudste bent, baan je zelf
een weg, naar voren en naar binnen)

is het allemaal nog goedgekomen? nee.
maar we leven nog, zegt men dan,
met een grimmige grijns,
die steeds weemoediger,
droever wordt, en ook van binnen
wordt een man eerst grijs, dan kaal.

zelfmoord loont nu eigenlijk de moeite niet meer,
zei rare Ome Gerard soms,
op verjaardagen, niet eens dronken, als de vrouw
des huizes rond kwam met volle
kont en dienblad.
==================
===========

... Ik zit paarden te tekenen, in het patroon van het tafelzeil ziet men alles, behalve misschien de toekomst. Mijn moeder strijkt blauwe overalls en de kachel is warm, de lucht van aangebrand laurier, stoomstootjes. Dát is mijn foto van geluk. En dan hier en daar een korte flits: zuinig met geluk, dat is niet mijn term, maar is het genoeg? Zij kocht voor mij de BoBo en drop en een pistool van echt metaal, en mijn oma was Sinterklaas en ik moest vertalen bij de Amerikaan, en zij was helemaal verliefd en ik wist dat iedereen heel gek doet bij een laatste kans. Zo slim was ik wel: ik begreep alles en kon er toch helemaal niets aan doen.

Mijn oom gaf pepermunt aan de hond, die dan gekke bekken trok, alsof hij op TV was en dokter Moerman moest mijn opa’s leven rekken, maar hij werd er alleen maar mager van, totdat hij paste in zijn kist. Die gruwel is ook niet uitgewist. De grond, de dieren, de seizoenen, ploegen, wieden, oogsten, repeat. Het land is niet van jou en het drukt. En er is klei in veel gedaanten, vol en rul en zwaar en zuigend en grijs en groen en grauw, vooral met schelpen en het gebit van varkens uit voorgaande cycli.

In de Bijbel wordt er ook aan landbouw en veeteelt gedaan, dus men kan als boer het goed begrijpen. Domineeshandjes, dropveter, klinkhamers klinken, sikkels blinken, gezangen, berijmd nog wel, en al, wie kent ze niet. En vandaar dat ik het gevoel voor taal kreeg, want zelfs geen TV of Malle Pietje te zien. Elk dorp had een Malle Pietje, soms wel twee, die nooit getrouwd waren, en dat is raar. Huisvrouwen giechelen van plezier voor het wilde dier dat komt als de maan achter wolken jaagt en er dingen gebeuren, en zonden gaan uitgevoerd worden.

Ik zag zelf bepaalde zonden door de vingers; hoe moet je anders rondkomen of leven? En valt u het niet op dat ik het weinig over broertjes heb? Als je de oudste bent, baan je de weg en kijk je naar binnen, niet naar buiten.

Is het allemaal nog goedgekomen? Nee. Maar we leven nog, zegt men dan, met een grimmige grijns van binnen die steeds weemoediger en droever wordt, en ook vanbinnen wordt een man grijs en dan kaal.

Zolang het kan. Gaan we door. Het is nu de moeite niet meer om er de stekker eruit te trekken, zei vieze oom Gerard altijd, op verjaardagen, toen er een huisvrouwe des huizes voorbij kwam schuiven met haar volle dienblad en dikke kont. ...


Zie ook: https://www.gedichten.nl/schrijver/Simon+K.?begin=1

Schrijver: Simon K., 7 december 2025


Geplaatst in de categorie: psychologie

4.0 met 7 stemmen aantal keer bekeken 151

Er zijn 5 reacties op deze inzending:

Maximianus, gisteren
Er was een tijd dat op alle Nederlandse gymnasia 7 uur per week Latijn werd gegeven (onregelmatige werkwoorden met een derde of vierde naamval als vaste disgenoot en een hausse aan woorden die eenmalig ons netvlies toucheerden...tot en met de minimaal 5 uren per week aan klassieke auteurs in de ijle hoogten der Olympus)...

Goden- en heldensagen van de Odyssee, de Aeneis en de Metamorfosen werden eens per week als snoepje van de week geserveerd en de Geschiedenis van het Christendom werd om de zoveel tijd (weken?) gepresenteerd.

Allemaal in de eerste....tot stuk voor stuk de minst strijdvaardige soldaten het moede hoofd in de schoot legden, de tas met een surplus aan Know-ware (!) aan de pijp van Maarten hingen...

Vooralsnog kwamen de gedichten er bekaaid van af...en daar school de adder onder het akelige struikgewas...voor poëzieminnende intuïtievelingen als ik...
Maar...er gloorde licht (na zeven jaar...!)...

Tot zover even Simon...
De Styx en Hades...ach, daar kunnen we hele pagina's mee vullen...

Vale!

Maximus jr.
Simon K., gisteren
- Zo denk ik dat ook U zijt -

Aan Maxim,

Dank, dank, dank.

Dank u voor uw reactie. Het is altijd een genoegen onder uw gymnasium-invloed te douchen; het is ook voor een autodidact goed te volgen met behulp van Google. Grapje, hoor.

Ik zat zelfs te graven in de techniek van de allereerste tragedies, zoals Oedipus die op het laatst zijn eigen ogen uitsteekt, omdat hij het met zijn moeder had gedaan. Dat is inderdaad een tragedie, want dan kun je niet meer autorijden op de archipel.

Bekend nu met: het koor, persona, antifoon, etc. Ik leer mezelf het vak. Ik maak op mijn oude dag nog kennis met de Griekse beginselen, kuch. Nou, daar gaat de zeer oude wél van zingen.

Er was een tijd dat alle Nederlandse gedichten minimaal refereerden aan de Styx en allerlei Griekse godinnen en goden. Maar een gedicht is gewoon voor iedereen; het moet aanspreken bij iedereen. Het is een nichekunstvorm, weinig gewaardeerd. Ik las onlangs de gedichten van Cees Nooteboom; ik was niet echt onder de indruk.
Daarentegen zijn er ook genoeg Nederlandse hedendaagse dichters voor wie ik mijn pet afneem en nederig achteruit de kamer uitloop.

Ik had weer eens verloren en reed naar huis. In november. In de regen. En ik dacht:
- Altijd november, altijd regen. Altijd dit lege hart, altijd. -

En uit een ander gedicht: "Weer keert het jaar zijn wegen"; ik dacht uit Domweg gelukkig in de Dapperstraat.

Ik ben erg beïnvloed door de zangerige maar perfecte gedichten van J.C. Bloem, die niet de prins der dichters werd genoemd, maar dat hoefde ook niet.

Ik houd dus van zulke dichters. Ook spreekt het bekende gedicht De zeer oude zingt mij aan; het weet het onbewuste te raken en toch is er een perfecte boodschap in te lezen, heel mooi verwoord. Zoiets maak je niet met je verstand, maar het komt vaak ineens, intuïtief.

Daarom houd ik niet al te veel van verstandelijk gecomponeerde gedichten zoals die van Rawie. De schrijver van Kameraad scheermes, Rogi Wieg, had ook deze magische touch: tederheid met woorden. Een prachtige toon.
Ikzelf ben beïnvloed door — jawel — de berijmde psalmen, oud-Nederlandse Statenbijbels, Dylan, Leonard Cohen, maar ook de Vijftigers.

"Dare I say so, mylord" — Shakespeare, toe maar. "But all the world’s a stage", etc.

Namedropping.

En zelfs Bukowski en Sylvia Plath, een hyperintelligente woordkunstenares met vijf betekenissen in elk woord. Aan de andere kant heeft ze het dan weer terloops over het dichtgroeien van haar vagina na het baren, ook al zegt ze het in raadselen — zoals een echte dichter betaamt. Daarom zo goed in cryptogrammen?
Nou, een gedicht hoeft ook weer niet per se een cryptogram te zijn, maar ook weer niet een Sinterklaasgedicht.

Hoe ik mijn prachtgedichten maak? Er is een systeem in de waanzin, zei iemand eens op het toneel, wat het leven is. Ik heb een grondidee van een emotie, gedachte of observaties, herinneringen als een totaalbeeld, en dat schrijf ik in één — mag ik zeggen — ruk op.

Daarna ga ik schrappen en her rangschikken en lijmen en benen en uitbenen en mooier maken en beter maken en clichés jagen en stopwoordjes killen, en dan blijft er niks meer over wat ik zelf wel mooi vond. Maar je moet ook aan de gezondheid van je publiek denken; niet iedereen heeft geduld met een losgeslagen gek die denkt dat hij een genie is. Daar hadden we vroeger gestichten op de Veluwe voor en tegenwoordig een uitkering en een time released pillenregime.

Maar je moet echter ook niet te lang doorgaan met polijsten, is mijn mening. Bovendien spreekt een gedicht niet alleen de logica aan, maar ook het onbewuste — een heel belangrijke ontdekking voor mij. Een steen uit de rivier is wel gepolijst, maar nooit helemaal symmetrisch. Dat is juist het mooie ervan. Daarom moet je soms ook niet té lang doorgaan met editen aan je gedicht; schrijf gewoon een andere versie of een nieuw gedicht.

Heb ik een vlotte pen? Ja, dat wel. Het komt. Ik typ sneller dan God kan lezen, en die heeft niet eens een leesbril nodig, want Hij weet al wat er komt en hoe het afloopt en wat er uiteindelijk met de schepping gebeurt: totale entropie. Alles verwatert en groeit uit elkaar totdat het licht uitvalt. Dan gebeurt er niets meer. Heel saai.

Is alles dan toch voor niets geweest? Zijn we er toch weer ingetuind? Zoals Alan Watts zegt: het gaat niet om het doel; dansen heeft ook geen doel of eindpunt.

Ik dwaal af, dus daarom: nogmaals dank. Het is weer tijd voor mijn pilletje.

Groet, Simon
Maxim, 2 dagen geleden
Bovenstebeste heer Quist!

Dichten is LANG niet iedereen gegeven...sterker, je bent ermee geboren...een goddelijke gave!
Het mooiste wat je kan overkomen is om
- vroeg of laat - gehoor te geven aan die roeping....

Gedichten komen nooit zomaar uit de lucht vallen - en dan bedoel ik natuurlijk de goddelijke inspiratie - de muzen baart haar kinderen niet, nee, zij staat in verbinding met degenen die ontvankelijk zijn voor haar en zijn of haar antenne op de juiste golflengte heeft afgestemd. Soms in een brainwave, soms in de vorm van associaties - of associatief denken, beter gezegd.
En zodra dat het geval is zijn wij het die daarvoor open staan en er dankbaar gebruik van maken - met alle middelen die ons ter beschikking staan.

Ik ben het voor minstens 90,83 procent eens met de opsomming van de drie belangrijkste kenmerken voor het scheppen van een gedicht, de creatio non ex nihilo.
Hoezo non, zul je vragen...nou, er schuift nog altijd continu een belangrijk gegeven op de achtergrond mee: de conditio sine qua non van een stevige structuur en het waakzaam oog der onnodige herhaling: niet te vaak of te weinig, maar alleen daar waar het moet, nl. het element van het refrein...

Onder dankzegging voor je tips tot slot nog een tweetal punten op de y-grec:

Allereerst ons mentale lexicon en de onmetelijkheid van de mer-à-boire der woorden...wij moeten de juiste eruit zien te vissen, op het kairosmoment van de goede en meest toepasselijke woorden...eens?

Tweedens, het hardop (voor-)lezen!
Dat is m.i. een harde vereiste, ook en vooral voor degenen die menen dat hun gedicht "af" is. Een gedicht is immers nooit klaar, zoals je weet.
Kortom, waak voor overijling en beteugel overmoed, zeg ik tegen de ons omringende goegemeente, alvorens uw nieuwbakken boreling als trotse vader of moeder alhier ten tonele te voeren!

Kortom: doe het goed!

Arriverderci à tutti!

Maximianus Jr.
Simon K., 2 dagen geleden
Aan Scherzo,

Dank u hiervoor. Ik ben blij dat het aanspreekt. Dank ook voor uw reactiegedicht, dat ik heel goed begrijp. Volgens mij bent u ook een snelle schrijver; het hoeft, het stroomt gemakkelijk.

Ik begrijp dat u zich misschien zorgen maakt, maar ik ben niet depressief, alleen weemoedig, wat u goed heeft gezien.

En ik begrijp ook uw referenties naar J.C. Bloem, Altijd November, en zelfs Het Huwelijk van Elsschot, trouwens twee van de beste Nederlandstalige gedichten, die mij altijd aangesproken hebben, zodanig dat ik ze zowat uit het hoofd ken.

En de vieze oom Gerard, ja, die zal inderdaad niet koud of warm worden van voorbijschuifelende vrouwenbillen. Dat was ik even vergeten. Een red herring in het plot!

Ja, ik vond uiteindelijk de juiste toon om dit zo op te schrijven. Het is allemaal ook zo gebeurd, en nu ben ik blij dat ik het gemaakt heb. Ik was even in een gedachtenstroom; het is een vervolg op het voorgaande gedicht. Ik keek terug op mijn jeugd. Ja, het moet nog gepolijst worden, maar té gepolijst haalt het leven eruit.

Ik ben blij dat niemand aansloeg op bepaalde taalfoutjes. Ik heb het net allemaal iets verbeterd, en ik kom later nog terug om nog meer te polijsten en te schrappen, misschien. Maar de grondtoon is er, en ik ben altijd blij dat het hier veilig staat, voor jaren. Ik heb vaak meegemaakt dat al mijn teksten opeens weg waren, omdat een site ermee stopte.

Ikzelf vind drie dingen van belang in een gedicht: klank, ritme en betekenis in een mooie verhouding. En het moet ook goed klinken als je het hardop voorleest. Dat vind ik heel belangrijk. En ik besteed veel tijd aan ritme en klank. Ik heb veel dichters bestudeerd, ook Engelse en Franse, en dat zouden meer mensen moeten doen.

Ik heb twee registers — eigenlijk drie — namelijk melancholisch, humoristisch en razend. Maar er zit een systeem in mijn gekte; u weet wel waar dit citaat vandaan komt. Ik heb zoveel associaties dat het schrijven vanzelf gaat, en daarna haal ik de beste stukjes eruit. Het gedicht hierboven had namelijk een andere versie. Dat ging eigenlijk over hetzelfde, maar dan chaotischer.

Ik blijf soms jarenlang aan één gedicht schaven. En soms is dat goed, maar soms niet. Ik weet nu waarom: het onbewuste moet ook aangesproken worden, en niet het logisch verstand — en klank, etc.

Sommige gedichten zijn echt af nu: De Precisie van de Werkelijkheid en bijvoorbeeld Vuurwerk en Gedans. Uiteindelijk zijn ze heel kaal en stevig geworden. Een constructie. Maar zangerige gedichten vind ik soms mooier.

Dank u,

Groet,
Simon Quist
Scherzo, 3 dagen geleden
Het moet mij toch
beste Simonis,
even van het hart
dat ik meen dat
een eerstgeborene
somtijds, bij tijd en wijle
in somberheid verwijle

en zich af en toe
zo nu en dan
verloren waant
als oudste zoon
althans - als het ware

Herkenbaar, deze
woordgebaren
Edoch, het is
het jaargetij
van supermaan
en wilde wolf
die het gemoed
heilzaam oprekt,
deo volente

anderzijds
het droeve hart
in oud zeer stort
en neerwaarts trekt
in wederkeer...

Vreemd toch die oom
die zich bedenkt
bij het zien
van vrouwlijk schoon
dat hem passeert
- 't was toch geen dominee,
naar ik hoop? -;)

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)