Golven van karmijn
Slanke vingers strelen zware oogleden zacht tot wimpersluimer
verweven droombeelden met wolken paarse wentelingen
tot witte wattenbollen verkleven; in een diepe slaap verstillen
de kolkende ziel weekt van zijn om zich bevrijd te verheffen
Deinend in een glooiende zee van vernevelde glinsterende slierten
die bundels maanstralen plooien tot volle zeilen van de nacht
voortgedreven door ademende winden uit streken in de verte
waarin de kern van het leven haar steven wendt naar bodemloos beseffen
Lokkend fluistert de opborrelende bron haar zingende golven karmijn
nodigt tot baden in broeiende diepte van haar heupwiegende schoot
gedompeld smelt het knellende schild van krampachtig zelfbehoud,
wijkt de laatste rest weerstand en gloeit gedumpte vervuiling verloren
Als vloeiend gewelfde fluwelen van de gouden morgenmond licht
het slapen ontwaken en met verlangend open armen raken
dat wat in oneindigheid klaarde en wonderlijk wezenloos wist, kijken
stralende blikken in toekomstige tijd; is ’n mens opnieuw geboren.
Geplaatst in de categorie: geboorte